Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

jul 13, 2021

Besturende belastingadviseur bepaalt vestigingsplaats bv

De formele bestuurder van een bv is gevestigd in Singapore. De belastingadviseur van de bv neemt in feite in Nederland de beslissingen. In dat geval is de bv toch gevestigd in Nederland. Dat brengt weer mee dat mogelijk dividendbelasting is verschuldigd op uitgekeerd dividend.
Een man is directeur en enig aandeelhouder van een bv die statutair is gevestigd in Nederland. In het vooruitzicht van zijn emigratie treedt de dga af als bestuurder. Een trust in Singapore neemt de rol van bestuurder op zich. In 2006 emigreert de aandeelhouder naar Sint Maarten. Na deze emigratie is de bv betrokken in de belastingheffing van Singapore. Zij keert in 2010 € 34,5 miljoen aan dividenden uit aan de man. De fiscus meent dat de bv niet in Singapore, maar nog steeds in Nederland is gevestigd. Daarom legt de Belastingdienst de bv naheffingsaanslagen dividendbelasting op. De bv gaat in beroep tegen deze naheffingsaanslagen. Maar Hof Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk.
De redenering van het hof is als volgt. De Belastingregeling van het Koninkrijk (BRK) beperkt de Nederlandse heffing van dividendbelasting niet als de bv volledig is onderworpen aan de Nederlandse belastingheffing. In dat verband onderzoekt het hof of de bv als inwoner van Singapore telt voor de toepassing van het belastingverdrag. Het hof acht aannemelijk dat de bestuurder in Singapore feitelijk niet de bv leidt of bestuurt. De feitelijke leiding en het bestuur van de bv ligt bij één of meer anderen in Nederland, waaronder het Nederlandse kantoor van de belastingadviseur van de bv.
In cassatie komt de Hoge Raad tot eenzelfde oordeel. In tegenstelling tot wat de bv stelt, kan ook een belastingadviseur ondernemingsbeslissingen nemen voor een vennootschap die tot zijn klantenkring behoort. Verder beweert de bv dat de aandeelhouder (mede) de beslissingen neemt. De bv neemt daarom aan dat de besluitvorming steeds plaatsvindt in de woonplaats van de aandeelhouder in Sint Maarten. Deze aanname is volgens de Hoge Raad echter onjuist. Gezien de frequentie en de duur van de aanwezigheid van de aandeelhouder in Nederland valt namelijk niet te zeggen dat de bv vanuit Sint Maarten wordt bestuurd.
Bron: Hoge Raad 02-07-2021