Gerichte vrijstelling arbovoorzieningen verduidelijkt
Financiën heeft eind 2021 in een regeling diverse wijzigingen in uitvoeringsregelingen bekend gemaakt. In de Uitvoeringsregeling loonbelasting is met ingang van 1 januari 2022 de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen gewijzigd. Alleen verplichte arbovoorzieningen, dat wil zeggen voorzieningen die direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever, zijn gericht vrijgesteld.
De gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen in de loonbelasting ziet op voorzieningen ter bestrijding of het voorkomen van veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor werknemers die verbonden zijn met de door de werknemer verrichte arbeid, die door de werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) moeten worden verstrekt en waarvoor op grond van die wet ook geen eigen bijdrage van de werknemer mag worden verlangd (verplichte arbovoorzieningen). Met deze vrijstelling is nooit beoogd om ook voorzieningen vrij te stellen die niet direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever (niet-verplichte arbovoorzieningen).
Door deze wijziging moet duidelijk worden dat alleen verplichte arbovoorzieningen, dat wil zeggen voorzieningen die direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever, gericht zijn vrijgesteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor een ergonomisch verantwoorde bureaustoel, een voetenbankje voor beeldschermwerk, een beeldschermbril, laboratoriumjassen en veiligheidsschoenen. Voorzieningen die de werkgever aan de werknemer verstrekt en die niet direct samenhangen met de verplichtingen van de werkgever, ter bestrijding of het voorkomen van veiligheids- of gezondheidsrisico’s die verbonden zijn met de arbeid, vallen niet onder de gerichte vrijstelling. Zoals bijvoorbeeld het generiek vergoeden of verstrekken van algemene gezondheidschecks. Ook kan worden gedacht aan het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van gezonde maaltijden, een fiets, sportieve activiteiten en dergelijke. De opgenomen verwijzing naar de Arbowet maakt duidelijk dat er bij toepassing van de gerichte vrijstelling voor verplichte arbovoorzieningen geen ruimte is voor een eigen bijdrage van werknemers.
In het verleden is het standpunt ingenomen dat de cursus stoppen met roken en een stoelmassage onder de gerichte vrijstelling vielen. Door deze aanpassing vallen deze voorzieningen niet langer onder de vrijstelling. In individuele situaties en voor zover deze voorzieningen op de werkplek worden verstrekt en gebruikt of verbruikt, kan de werkgever dit alsnog onbelast verstrekken op grond van de zogenoemde nihilwaardering. Bovendien geldt voor de cursus stoppen met roken dat deze sinds 2020 wordt vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering zonder dat de kosten ten laste van het eigen risico gaan. Daardoor wordt naar verwachting sinds 2020 niet of nauwelijks een beroep gedaan op de werkgever om deze kosten te dekken.
Bron: MvF 28-12-2021