Kamervragen over schijnzelfstandigheid beantwoord
Minister van Gennip (SZW) heeft op Kamervragen geantwoord dat er geen harde cijfers over het aantal schijnzelfstandigen beschikbaar zijn. Ook zijn geen cijfers beschikbaar over de sectoren waarin slecht beloonde werknemers in schijnconstructies werken.
Volgens minister van Gennip is onderzoek nodig naar het individuele geval en de feiten en omstandigheden waaronder wordt gewerkt en waaronder de opdracht wordt verricht, om schijnzelfstandigheid vast te kunnen stellen. Het is daarom niet met zekerheid te zeggen in welke sectoren werkenden (al dan niet laag geschoold) in schijnconstructies werken.
Uitkomsten webmodule Het kabinet ontwikkelde een webmodule beoordeling arbeidsrelaties. Deze webmodule
moet opdrachtgevers meer duidelijkheid bieden over de kwalificatie van arbeidsrelaties.
Tijdens de pilotfase van de webmodule is gebleken dat met name de sectoren Bouwnijverheid,
Gezondheidszorg, Horeca en Transport-, opslag- en Communicatiebedrijven relatief hoog
scoren op ‘indicatie dienstbetrekking’. Dit kan een grove indicatie zijn dat in deze
sectoren relatief veel sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid, maar dat hoeft niet.
In de praktijk kan toch sprake zijn van een opdrachtnemer die zelfstandige is. Ook
kan bij nader inzien alsnog een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan. Ook kan niet gesteld
worden dat de gebruikers van de webmodule een representatief beeld vormen van de desbetreffende
sector.
Sectoren met lage uurtarieven In de sectoren Teelt onder glas, Personenvervoer over land, Overige vervoer en opslag,
Post en koeriers, Logiesverstrekking, Eet- en drinkgelegenheden, informatie en communicatie
overig, Beveiliging en Opsporing, Gezondheidszorg, Kunst en Cultuur, sport en recreatie
hebben 25% van de opdrachtnemers een uurtarief van € 15 of minder. Er is een zekere
mate van overlap tussen de sectoren die in de pilotfase van de webmodule relatief
hoog scoren op ‘indicatie dienstbetrekking’ en de uitbetaling van een relatief laag
tarief aan zzp’ers.
Handhaving De minister geeft aan dat op basis van objectieve kenmerken de meest risicovolle sectoren of arbeidsrelaties handhavingsaandacht krijgen.
Bron: Min. SZW 16-01-2023