Minder loonsancties bij loondoorbetaling zieke werknemers
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en werkgeversorganisaties hebben afspraken gemaakt die het makkelijker, duidelijker en goedkoper maken om loon door te betalen bij ziekte. De minister heeft hiertoe een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer.
Vanaf 1 september 2021 wordt het medisch advies van de bedrijfsarts leidend bij de toets op het re-integratieverslag (RIV-toets) door UWV. Hierdoor zijn loonsancties op basis van medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts niet meer mogelijk. Deze wetswijziging biedt werkgevers meer zekerheid over de loondoorbetalingsverplichting bij zieke werknemers. Daarnaast gaan met name kleine ondernemers profiteren van een tegemoetkoming voor de kosten van loondoorbetaling bij ziekte.
Werknemers behouden de mogelijkheid van een second opinion door een andere bedrijfsarts of een deskundigenoordeel van UWV. De arbeidsdeskundige van UWV beoordeelt of werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben gepleegd die passend zijn bij het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer. De verzekeringsarts zal dit advies niet langer beoordelen. Werkgevers lopen hiermee niet meer tegen loonsancties aan als gevolg van een medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts.
In een wetsvoorstel dat begin september aan de Tweede Kamer is aangeboden, wordt geregeld dat per 1 januari 2022 de Aof-premie gedifferentieerd wordt naar grootte van de werkgever. Het kabinet stelt in totaal € 450 miljoen per jaar beschikbaar voor deze tegemoetkoming aan kleine werkgevers voor de kosten van loondoorbetaling en ziekte. Kleine werkgevers krijgen éénmalig een extra verlaging van hun Aof-tarief van € 300 miljoen in 2022 en €150 miljoen in 2023 bovenop de jaarlijkse € 450 miljoen.
Bron: Min. SZW 01-10-2020