Ontvanger moet juistheid belastingschuld aannemelijk maken
De bewijslast dat een bestuurder voor een juist bedrag aansprakelijk is gesteld voor de niet betaalde belasting- en premieschuld van de bv rust op de ontvanger. Kan de ontvanger die bedragen niet precies specificeren dan is er van aansprakelijkstelling geen sprake.
Aan een bv worden naheffingsaanslagen opgelegd over de jaren 2007 tot en met 2008. Na bezwaar en beroep tegen de aanslagen wordt de aanslag 2007 door de rechtbank uiteindelijk verminderd tot € 2.308 en een boetebeschikking van € 462. De aanslag voor 2008 wordt door het hof uiteindelijk vastgesteld op € 2.191 met een boetebeschikking van € 438. De aanslagen blijven onbetaald en er wordt ook namens de bv geen melding betalingsonmacht gedaan. De bestuurder wordt vervolgens aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven naheffingsaanslagen 2007 en 2008. Het gaat hierbij om bedragen van respectievelijk € 3.515 (aanslag € 3.039, invorderingsrente € 461 en kosten € 15) en € 3.594 (aanslag € 2.911, invorderingsrente € 422 en kosten € 241). De bestuurder betwist dat de ontvanger hem voor de juiste bedragen aansprakelijk heeft gesteld.
De rechtbank oordeelt dat op de ontvanger de stelplicht en bewijslast rust dat de bestuurder voor de juiste bedragen aan door de bv verschuldigde loonheffingen, rente en kosten aansprakelijk is gesteld. Noch uit de stukken in het geding, noch uit hetgeen de ontvanger ter zitting naar voren brengt blijkt hoe de bedragen nu precies zijn opgebouwd. De ontvanger geeft aan de bedragen te hebben afgeleid uit het systeem en de uitspraken van de rechtbank en het hof, maar kan desgevraagd geen aansluiting maken tussen die bedragen en het beloop van de aansprakelijkstelling. Ook is niet inzichtelijk gemaakt welk deel ziet op loonheffingen, welk deel op heffingsrente en welk deel ziet op aan de bv opgelegde boeten. Ook is in de bezwaar- en beroepsfase aangegeven dat verrekeningen met teruggaven omzetbelasting mogelijk waren. kunnen plaatsvinden. De ontvanger geeft aan dat die verrekeningen hebben plaatsgevonden, maar kan niet aangeven in hoeverre deze verrekeningen invloed hebben gehad op de belastingschulden. Omdat de ontvanger het beloop en de juistheid van de belasting- en premieschuld waarvoor de bestuurder aansprakelijk is gesteld, niet aannemelijk heeft gemaakt, kan volgens de rechtbank de aansprakelijkstelling niet in stand blijven.
Bron: Rb. Noord-Nederland 23-08-2017