Onwetendheid voorkomt aansprakelijkstelling niet
Een (tijdelijk) bestuurder kan zich niet aan een aansprakelijkstelling onttrekken met een beroep op onwetendheid. Van hem mag worden verwacht dat hij zich op de hoogte laat stellen van het reilen en zeilen en de financiële positie van het lichaam waar hij bestuurder van is.
Een man stond van september 2013 tot en met mei 2015 als voorzitter van een zorgstichting ingeschreven in het Handelsregister. Bij beschikking van 22 mei 2015 wordt hij als bestuurder van die zorgstichting aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven loonbelastingschulden tot een bedrag van € 117.417. Er is geen melding betalingsonmacht gedaan. Hij stelt dat hij ten onrechte aansprakelijk is gesteld. Volgens de rechtbank moet hij in dat geval aannemelijk maken dat het niet aan hem is te wijten dat geen melding betalingsonmacht is gedaan.
De man heeft gesteld dat het niet melden van de betalingsonmacht te wijten is aan omstandigheden buiten hem om en zonder dat hem daarvoor een persoonlijk verwijt te maken is. Hij was op verzoek van de directeur slechts tijdelijk voorzitter en heeft geen verstand van de zorgwereld. Hij stelt de directeur te hebben gevraagd om een bestuursvergadering, maar die is er nooit geweest. Hij liet zich mondeling op de hoogte te houden en de directeur had hem gezegd dat alles in orde was. Hij heeft verder nog verklaard dat de directeur, net als hij, geen verstand had van financiën. Hij heeft nimmer financiële gegevens opgevraagd en was niet op de hoogte van financiële problemen bij de zorgstichting en wist ook niet van niet betaalde belastingaanslagen totdat hij de aansprakelijkstelling ontving.
De rechtbank vindt deze argumenten niet voldoende. Het verwijt dat de man volgens de rechtbank kan worden gemaakt is dat hij nalatig is geweest om zich als bestuurder zelfstandig en gedocumenteerd op de hoogte laten te houden van het reilen en zeilen van de zorgstichting en van de financiële positie. De rechtbank acht niet aannemelijk dat het voor hem onmogelijk was om inzage te krijgen in de gang van zaken van de zorgstichting waaronder de financiële administratie. De rechtbank oordeelt dat gelet op het voorgaande het niet melden van de betalingsonmacht de man was te wijten en beslist dat hij terecht aansprakelijk is gesteld.
Bron: Rb. Gelderland 22-08-2107