Overeenkomst bezorger bij Deliveroo is dienstbetrekking
Een poging van Deliveroo om de arbeidsrelatie van haar maaltijdbezorgers te doen kwalificeren als een overeenkomst van opdracht is mislukt. Hof Amsterdam oordeelt dat de bezorgers in dienstbetrekking zijn bij het bedrijf.
Deliveroo koppelt via een digitaal platform onafhankelijke restaurants via een bestel- en betaalsysteem aan klanten Zij biedt deze restaurants daarbij onder andere een bezorgdienst aan. Deliveroo maakt gebruik van de diensten van bezorgers. Van september 2015 tot in de loop van 2018 werken deze bezorgers in dienstverband voor Deliveroo. Dit gebeurt op basis van arbeidsovereenkomsten voor maximaal 23 maanden. Het gaat hierbij om een min-max oproepcontract met een minimum van een uur en een maximum van 160 uur per maand. Betalingen vinden plaats overeenkomstig het wettelijk minimum (jeugd)loon. In 2018 wil Deliveroo de arbeidsovereenkomsten met de bezorgers niet meer verlengen. In plaats daarvan moeten de bezorgers zich als ondernemer laten inschrijven in het Handelsregister. Deliveroo laat hen vervolgens werken op grond van opdrachtovereenkomsten. Vakbondsorganisatie FNV vordert voor recht dat de bezorgers hun werkzaamheden verrichtten in het kader van een dienstbetrekking. De kantonrechter oordeelt dat FNV ontvankelijk is en willigt zijn verzoek in.
Deliveroo gaat in hoger beroep tegen deze beslissing. Zij betwist onder andere dat sprake is van dienstbetrekkingen. Het hof gaat daarom na of is voldaan aan de kernelementen van de dienstbetrekking. Dat zijn de elementen ‘arbeid’, ‘loon’, ‘in dienst zijn’ en ‘gedurende zekere tijd’. Wat de arbeid betreft merkt het hof op dat onder het log-in systeem van Deliveroo bezorgers zich bij gelegenheid kunnen laten vervangen. Er is echter geen praktijkgeval geweest waarin een bezorger zich permanent zonder acceptatie van Deliveroo door een ander liet vervangen. Bovendien meent het hof dat de vervangingsmogelijkheid van de bezorger het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet per definitie uitsluit.
De volgende stap ziet op het betalen van loon. Deliveroo betaalt de bezorgers voor de verrichte werkzaamheden. Alleen al daardoor voldoet zij volgens het hof aan het loonvereiste. Daarnaast verzorgt Deliveroo zelf de facturen waarop haar betalingen zijn gebaseerd. Deze zal zich eerder voordoen bij een dienstbetrekking dan bij een opdrachtovereenkomst. Zelfstandige opdrachtnemers stellen normaal gesproken immers zelf hun factuur op.
Vervolgens gaat het hof na of een gezagsrelatie aanwezig is. De werkzaamheden in deze casus vereisen weinig aanwijzingen. Dat zegt niet veel over de af- of aanwezigheid van een dienstbetrekking. Deliveroo houdt via een gps-systeem echter wel bij waar de bezorger zich bevindt ten opzichte van het restaurant en bezorgadres. Verder meent het hof dat de bezorgers kernactiviteiten verrichten voor Deliveroo. Op haar website geeft Deliveroo aan dat maaltijdbezorging het hart van de organisatie is. Bovendien is het Deliveroo die de inhoud van de contracten en de organisatie van de werkzaamheden steeds eenzijdig wijzigt, wat eveneens wijst op een dienstbetrekking. Daarnaast zijn de bezorgwerkzaamheden voor de meeste bezorgers een bijbaantje.
De vakbond doet een beroep op een rechtsvermoeden. Dit rechtsvermoeden gaat op als iemand tegen beloning gedurende drie opeenvolgende maanden, wekelijks of gedurende minstens twintig uren per maand arbeid verricht voor een ander. In deze situatie is het vermoeden dat deze arbeid is verricht op grond van een arbeidsovereenkomst. Zo’n rechtsvermoeden is te weerleggen, maar Deliveroo slaagt daar niet in. Het hof stelt daarom vast dat hier geen sprake is van arbeid van een verwaarloosbare omvang. Al deze omstandigheden doen het hof tot het oordeel komen dat hier sprake is van een dienstbetrekking.
Bron: Hof Amsterdam 16-02-2021