Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

sep 30, 2025

Uitbreiding aandelenbelang beheer bv voldoet niet aan vijfjaarstermijn BOR

Het hof vindt dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) niet van toepassing is op het gedeelte van het aandelenbelang dat binnen vijf jaar vóór de schenking is uitgebreid, omdat niet aan de indirecte bezitstermijn wordt voldaan.


In 2019 schenkt een vader certificaten van aandelen in Beheer bv aan zijn kind. De certificaten vertegenwoordigen 10% van het aandelenkapitaal van Beheer. Op dat moment houdt Beheer alle aandelen in twee bv’s en een deel van de aandelen in een derde bv. In de vijf jaar voorafgaand aan de schenking heeft Beheer haar belang in twee bv’s vergroot. Over deze uitbreiding ontstaat discussie tussen partijen. Er wordt aangifte schenkbelasting gedaan en een beroep op de BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) van art. 35b Successiewet 1956. De inspecteur stelt zich bij het opleggen van de aanslag op het standpunt dat de BOR niet geldt voor het verhoogde aandeel in die twee vennootschappen. Het geschil spitst zich toe op de vraag in hoeverre de indirecte vijfjaarstermijn is vervuld voor de uitbreiding van het belang in deze vennootschappen.

Geen BOR voor uitbreiding binnen vijfjaarstermijn Het hof oordeelt dat bij een uitbreiding van de gerechtigdheid tot het ondernemingsvermogen binnen vijf jaar vóór de schenking, niet aan de indirecte bezitstermijn van art. 35d, lid 1, aanhef en letter c, Successiewet 1956 wordt voldaan. Daarbij volgt het hof de lijn uit recente rechtspraak van de Hoge Raad. Belangrijk is dat een vergroting van het subjectieve belang in een onderneming niet onder de BOR valt als deze vergroting plaatsvindt binnen de bezitsperiode van vijf jaar voorafgaand aan de schenking. De optierechtstelling in een participatieovereenkomst overtuigt het hof niet: de optiebepaling is volgens het hof te vaag en onvoldoende concreet. Daarom blijft de uitbreiding van het aandelenbelang buiten de BOR. Het hoger beroep is ongegrond, en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Bron: Hof Den Bosch, 02-07-2025.