Ultimo 2012 bestaande eigenwoningschuld blijft in box 1
Als een aflossingsvrije hypotheek op grond van overgangsrecht kwalificeert als eigenwoningschuld, kan de belastingplichtige deze lening niet zomaar in box 3 laten vallen.
Een man heeft zijn eigen woning gefinancierd met een aflossingsvrije hypothecaire lening. Deze lening kwalificeert op 31 december 2012 als eigenwoningschuld. De man heeft deze lening in zijn aangifte IB/PVV 2016 aangemerkt als een box 3-schuld. Maar volgens de inspecteur is sprake van een eigenwoningschuld in box 1. Rechtbank Den Haag heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Nu de lening is aangegaan in verband met de verwerving van de eigen woning vóór 2013, moet de lening op grond van het overgangsrecht met betrekking tot de aflossingseis in de eigenwoningregeling volgens de rechtbank worden aangemerkt als eigenwoningschuld.
Geen verdragsrechtelijke discriminatie De man gaat in cassatie, maar de Hoge Raad is het eens met de rechtbank. Volgens de Hoge Raad heeft de rechtbank de wettelijke rangorderegeling van en het overgangsrecht voor de eigenwoningregeling correct toegepast. Voor de gronden verwijst de Hoge Raad naar de onderdelen 5.11, 5.12, 5.17 en 5.18 van de conclusie van A-G Pauwels in deze zaak. De man stelt nog dat sprake is van verdragsrechtelijke discriminatie omdat belastingplichtigen met een na 1 januari 2013 afgesloten lening hun lening wel mogen herkwalificeren. Dit betoog faalt echter ook. Met de keuze om de voorgeschreven toepassing van het regime voor eigenwoningschulden, dat gold op 31 december 2012, te beperken tot op die datum bestaande eigenwoningschulden, heeft de wetgever zijn ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de man ongegrond.
Bron: Hoge Raad 14-03-2025, Rb. Den Haag 06-03-2024 (gepubl. 23-05-2024), A-G Pauwels 20-12-2024 (gepubl. 17-01-2024).