Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

mrt 03, 2016

Werknemers steeds meer op latere leeftijd met pensioen

Al negen jaar achtereen stijgt de gemiddelde leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan. In 2006 gingen werknemers nog gemiddeld met 61 jaar met pensioen. Vorig jaar was dat gestegen tot 64 jaar en vijf maanden. De stijging ten opzichte van 2014 bedroeg vier maanden.
Vanaf 2007 neemt de gemiddelde pensioenleeftijd, onder invloed van wijzigingen in de wet- en regelgeving, jaarlijks toe. Het aandeel werknemers dat voor het 65e levensjaar met pensioen gaat is sindsdien drastisch gedaald. Met ingang van 2013 speelt de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd een belangrijke rol bij de stijging van de gemiddelde pensioenleeftijd.
Het aandeel werknemers van 65 jaar of ouder dat in een jaar met pensioen gaat wordt steeds groter. In 2006 was 15% van de werknemers dat met pensioen ging 65 jaar of ouder. Vorig jaar was dit aandeel gestegen naar 59%. Daartegenover staat een daling van het aandeel van de ‘jonge’ pensioengangers: in 2006 was 28% jonger dan 60 jaar, maar daarna volgende een scherpe daling tot 7% in 2010.
De gemiddelde pensioenleeftijd nadert de 65 jaar steeds dichter. Aan de ene kant wordt het aandeel werknemers dat op het moment van pensionering 65 jaar of ouder is steeds groter. In de afgelopen 10 jaar is dat bijna verviervoudigd van 15 procent in 2006 tot 59 procent in 2015.Tegelijkertijd is het aandeel jonger dan 60 jaar in de periode 2006-2010 gedaald van 28 procent in 2006 tot 7 procent in 2010. De jaren daarna stonden vooral in het teken van het dalende aandeel werknemers dat tussen 60 en 65 jaar met pensioen gaat. In 2008 was hun aandeel nog 70%, maar in 2015 was dat teruggelopen naar 36%. De scherpste daling was daarbij zichtbaar bij de groep 61- en 62-jarigen.
De gemiddelde pensioenleeftijd verschilt wel per sector. Bij landbouw en visserij was deze zowel in 2006 (63,1 jaar) als 2015 (67,3 jaar) het hoogst, het laagst bij openbaar bestuur en overheidsdiensten (2006 59,6 jaar, 2015 63,5 jaar) met iets daarboven de sectoren onderwijs en bouw. Het sterkst was de stijging van de gemiddelde pensioenleeftijd in de sector het vervoer, opslag en communicatie: tussen 2006 en 2015 is de gemiddelde pensioenleeftijd daar met ruim 5 jaar toegenomen.
Bron: CBS 1-03-2016