Aanpak knelpunten Wet werk en zekerheid
In een Kamerbrief van 21 april kondigt minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aantal maatregelen aan om enkele knelpunten in de Wet werk en zekerheid aan de pakken. De maatregelen zijn het gevolg op overleg met de sociale partners. De onderdelen van de Wet werk en zekerheid die zullen worden aangepakt betreffen onder meer de ondervonden knelpunten bij de ketenregeling in geval van seizoensarbeid, de transitievergoeding bij ontslag om bedrijfseconomische redenen als een cao-regeling van toepassing is en transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
Ten aanzien van de ketenbepaling wordt het mogelijk om in geval van seizoensarbeid bij cao hiervan af te wijken, waardoor het mogelijk is de tussenpoos van ten hoogste zes maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten in een keten terug te brengen tot ten hoogste drie maanden. Het moet dan gaan om functies die als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend en niet aansluitend door dezelfde werknemer kunnen worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. Omdat met deze maatregel haast is geboden, per 1 juli 2017 is het overgangsrecht voor de ketenregeling uitgewerkt, is deze maatregel opgenomen in de Tweede nota van wijziging van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (34 408).
Thans kan de transitievergoeding buiten toepassing worden verklaard als in de cao een gelijkwaardige vergoeding is opgenomen. Het moet dan gaan om voorzieningen (bijvoorbeeld scholing, een bovenwettelijke WW-regeling, eigen vergoedingsregeling) die gelijkwaardig is aan de transitievergoeding waar de individuele werknemer recht zou hebben. Omdat dit in geval van ontslag om bedrijfseconomische redenen vaak een belemmering vormt om tot collectieve afspraken te komen, wil de minister hier een versoepeling aanbrengen. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen (waaronder ook ontslag wegens bedrijfsbeëindiging) hoeft de bij cao-geregelde voorziening niet gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding waar de individuele werknemer recht zou hebben.
Ten aanzien van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid stelt de minister voor werkgevers hiervoor te compenseren van uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Dit betekent dat het UWV die transitievergoeding voor zijn rekening zal nemen waar dan wel verhoging van de (uniforme) premie tegenover zal staan.
De beide maatregelen ten aanzien van de transitievergoeding zullen worden opgenomen in een nog in te dienen wetsvoorstel dat per 1 januari 2018 in werking moet treden.
Bron: Min SZW 21-04-2016