Aftrek extra kosten wegens incontinentie toegestaan
Volgens Hof Amsterdam is incontinentie een ziekte. Daarom bestaat recht op aftrek van de extra uitgaven voor kleding en beddengoed in verband met die incontinentie.
Een vrouw heeft in verband met incontinentie in haar IB-aangifte een bedrag afgetrokken voor extra uitgaven voor kleding en beddengoed. De inspecteur heeft de aftrek niet toegestaan omdat geen sprake is van een ziekte. Hij stelt zich op het standpunt dat de incontinentie het gevolg is van ouderdom. Daarnaast voert de inspecteur aan dat de vrouw onvoldoende aan de hand van bescheiden heeft aangetoond dat zij extra kosten heeft gemaakt. In hoger beroep beslist Hof Amsterdam dat de vrouw wel recht heeft op aftrek van door haar gedane extra uitgaven voor kleding en beddengoed, in verband met incontinentie. Het hof oordeelt namelijk dat die extra uitgaven kwalificeren als uitgaven die zijn gedaan ‘wegens ziekte of invaliditeit'. Daarbij verwijst het hof naar de wetsgeschiedenis. Volgens het hof zijn in de wetgevingsgeschiedenis geen aanknopingspunten te vinden voor het door de inspecteur gemaakte onderscheid tussen ‘incontinentie veroorzaakt door ziekte' en ‘incontinentie veroorzaakt door ouderdom'. Daarbij overweegt het hof dat het ook nog maar de vraag is of het medisch gezien mogelijk is een dergelijk onderscheid te maken. Wat betreft het bewijs van de extra uitgaven gaat het hof niet mee in het standpunt van de inspecteur dat de vrouw onvoldoende bewijs heeft aangedragen. Volgens het hof is om in aanmerking te komen voor het lage forfaitair aftrekbare bedrag slechts gering bewijs vereist. In dit bewijs is de vrouw volgens het hof geslaagd, gelet op de aard van de aandoening en het feit dat zij er al jarenlang aan lijdt.
Bron: Hof Amsterdam 24-10-2017