Denksport is geen sport
Sportverenigingen zijn vrijgesteld van btw voor de diensten die zij verrichten aan de leden zodat de leden kunnen sporten. Volgens het Europese Hof van Justitie geldt deze btw-vrijstelling niet voor activiteiten met een te verwaarlozen lichamelijke component. Een denksport valt dus volgens het Hof niet onder het begrip sport.
Het ging in deze zaak om de btw die moest worden afgedragen over inschrijfgelden voor wedstrijdbridgetoernooien die worden georganiseerde door de Engelse Bridge Bond. Deze bond vond dat deze inschrijfgelden waren vrijgesteld op basis van de BTW Richtlijn.
De Brits rechter die de prejudiciële vragen aan het Europese Hof heeft voorgelegd , geeft aan dat wedstrijdbridge de inzet van hoge geestelijke vaardigheden, zoals logica, lateraal denken, strategie en geheugen vergt en dat de regelmatige beoefening ervan zowel de geestelijke als de lichamelijke gezondheid ten goede komt. De vraag is dan ook of zogenoemde ‘geestelijke’ sporten onder het begrip ‘sport’ in de zin van deze Richtlijn vallen en daarmee in aanmerking komen voor de vrijstelling.
Volgens het Europese Hof moet omdat het begrip sport in de Richtlijn niet wordt gedefinieerd, worden aangesloten bij de in de omgangstaal gebruikelijke betekenis ervan. Doorgaans is sport dan een activiteit die wordt gekenmerkt door een niet te verwaarlozen lichamelijke component. Een activiteit die de lichamelijke en geestelijke gezondheid bevordert, is volgens Hof het dan ook Hof niet voldoende om tot de slotsom te komen dat deze activiteit onder het begrip sport valt. Dat de activiteiten ook in wedstrijdverband worden beoefend, maakt daarbij niet uit.
Bron: EU HvJ 26-10-2017