Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

mei 22, 2025

Bedrijfstakpensioenfonds draagt beleggingsrisico niet primair, geen btw-vrijstelling

Het hof oordeelt dat een bedrijfstakpensioenfonds met een middelloonregeling niet kwalificeert als een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen. De deelnemers dragen het beleggingsrisico niet in de eerste plaats, waardoor de vrijstelling voor btw op beheerdiensten niet geldt


Een bedrijfstakpensioenfonds voert een middelloonregeling uit voor werknemers uit diverse sectoren. Het fonds belegt de ontvangen premies collectief en keert bij ouderdom of overlijden een pensioen uit, gebaseerd op het gemiddelde salaris en het aantal dienstjaren. De pensioenregeling bevat mogelijkheden voor indexatie en korting van pensioenen, afhankelijk van de dekkingsgraad en financiële situatie van het fonds. In 2018 koopt het fonds vermogensbeheerdiensten in bij een buitenlandse partij en voldoet hierover verlegde btw. Het fonds stelt dat het beheer van haar vermogen btw-vrijgesteld is, omdat zij volgens haar deelnemers het beleggingsrisico dragen en het fonds vergelijkbaar zou zijn met andere vrijgestelde fondsen.

Beleggingsrisico en btw-vrijstelling Het hof toetst, in lijn met recente Europese rechtspraak, of het pensioenfonds kwalificeert als een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen in de zin van art. 11, lid 1, onderdeel i, ten derde, Wet OB 1968. Doorslaggevend is of het pensioen van de deelnemers in de eerste plaats afhankelijk is van de beleggingsresultaten. Het hof constateert dat bij een middelloonregeling de hoogte van het pensioen vooral wordt bepaald door het aantal dienstjaren en het salaris, niet door de beleggingsopbrengsten. Indexatie of korting op pensioenen is slechts in beperkte mate en indirect afhankelijk van het beleggingsresultaat. Het feit dat het fonds in 2013 eenmalig de pensioenen heeft gekort, maakt dit niet anders. Ook is het fonds niet vergelijkbaar met een DC-fonds, omdat deelnemers geen rechtstreeks beleggingsrisico lopen. Vergelijkingen met buitenlandse fondsen zijn volgens het hof niet relevant. Het hof bevestigt dat het bedrijfstakpensioenfonds geen ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen is. De deelnemers dragen het beleggingsrisico niet primair, waardoor de btw-vrijstelling voor het beheer van het fondsvermogen niet van toepassing is. Het hoger beroep is ongegrond.

Bron: hof Den Haag 22-04-25 (gepubl.14-05-25).