Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

apr. 01, 2021

Bij afkoop PEB: claim verevenen!

Wil een echtgenoot vanwege een te verwachte echtscheiding een pensioen in eigen beheer afkopen? Maar wil de andere echtgenoot dit pensioen verevenen? Dan zal die andere echtgenoot dit tijdig moeten aankaarten. Is het pensioen eenmaal afgekocht, dan valt namelijk niets meer te verrekenen, zo oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden.
Een echtpaar is getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij komen geen gemeenschap van goederen en evenmin een verrekenbeding overeen. De echtgenoten hebben ieder de helft van de aandelen in een bv in handen. Beiden werken voor deze bv en bouwen in deze vennootschap ook een gezamenlijk pensioen in eigen beheer (PEB) op. In november 2016 licht hun belastingadviseur hen in over de uitfasering van het PEB die dan op komst is. In 2017 komt het huwelijk onder druk te staan. Medio juni 2017 gaan zij feitelijk uit elkaar, maar de formele echtscheiding is pas in 2019 afgerond. Op 1 december 2017 kopen de ex-partners het PEB af. Beiden ondertekenen daartoe de eigen afkoopovereenkomst en die van de (ex-)partner. De vrouw meent dat zij en de man verplicht zijn om via de ontvangen afkoopsommen het gezamenlijk opgebouwd pensioen met elkaar te verrekenen. De man is het daarmee oneens en begint een beroepsprocedure.
Het hof stelt de man in het gelijk. Het door de echtgenoten opgebouwde pensioen viel onder de wettelijke regeling met betrekking tot pensioenverevening. Vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 hebben de (ex-)partners de mogelijkheid het PEB uit te faseren. Dit kon door een fiscaal voordelige afkoop van het PEB, het omzetten van het PEB in een oudedagsverplichting of het PEB premievrij voortzetten in een eigen onderneming. Voor afkoop of omzetting was toestemming van de (ex-)partner nodig. Daar de (ex-)partners hebben gekozen voor afkoop van het PEB is geen sprake meer van een te verevenen pensioen. De echtscheiding is formeel medio 2019 tot stand gekomen, dus toen geen verrekenbaar pensioen meer aanwezig was. Had de vrouw compensatie willen ontvangen? Dan had zij dat moeten afspreken bij het opstellen van de overeenkomst tot afkoop, aldus het hof.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 09-03-2021