Corona-doorstartkrediet voor het MKB
Bedrijven kunnen vanaf 1 juni een Time Out Arrangement (TOA)-krediet aanvragen. Het TOA-krediet kan door een bedrijf worden aangevraagd vanaf het moment dat een WHOA-procedure wordt opgestart maar wordt pas toegekend nadat het WHOA-akkoord definitief tot stand is gebracht.
Op 1 januari 2021 is de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) in werking getreden. Deze wet kan ondernemers helpen die als gevolg van het COVID-19 virus of de daarmee verband houdende beperkende maatregelen schulden hebben opgelopen om een akkoord met de schuldeisers (en aandeelhouders) tot stand te brengen waarbij de schulden worden gesaneerd en een faillissement wordt voorkomen. Dit akkoord kan door de rechter worden bevestigd waardoor schuldeisers (en aandeelhouders) aan het akkoord worden gebonden.
Met het beschikbaar stellen van het TOA-krediet worden MKB-bedrijven in staat gesteld om een doorstart te maken vanuit een WHOA-traject. Doelgroep van het TOA-krediet zijn MKB-bedrijven die beschikken over bedrijfsactiviteiten die voldoende levensvatbaar zijn. Het TOA-krediet van maximaal € 100.000 stelt deze bedrijven in staat om uitgaven en investeringen te doen ten behoeve van de (her)start van de bedrijfsactiviteiten.
Qredits zal de aanvragen voor het TOA-krediet gaat beoordelen en verstrekken. Het TOA-krediet bestaat uit twee bestanddelen, te weten werkkapitaal en achtergesteld vermogen (maximaal 30% van het TOA-krediet). Tot en met 2024 worden leningen verstrekt. De leningen die door Qredits worden verstrekt zullen een maximale looptijd hebben van zes jaar. Er zal aan de MKB-bedrijven een rente worden gerekend van 2,5% voor het werkkapitaal en 5,25% voor het achtergesteld vermogen.
Met een (deel) achtergesteld vermogen zal het voor MKB-bedrijven gemakkelijker zijn om vervolgfinanciering aan te trekken. Daar een WHOA-procedure kosten met zich meebrengt, kan de ondernemer in het kader van het TOA-krediet verzoeken om een vergoeding voor deze kosten achteraf, tot een maximumbedrag van € 35.000. Hiermee krijgt de ondernemer dan weer extra werkkapitaal om zijn bedrijf na de totstandkoming van het akkoord voort te zetten.
Bron: Min. EZK 21-05-2021