Ondernemersvertrouwen weer positiever
Voor het eerst sinds het begin van de coronacrisis was het ondernemersvertrouwen aan het begin van het tweede kwartaal van 2021 voorzichtig positief. Toch zijn veel bedrijfstakken nog steeds somber gestemd. Dit blijkt uit de Conjunctuurenquête Nederland. Uit het onderzoek blijkt ook dat een kwart van de ondernemers die handelen met het Verenigd Koninkrijk administratieve lasten ervaart door de Brexit. De gegevens voor dit onderzoek zijn begin april 2021 verzameld.
De stemmingsindicator kwam aan het begin van het tweede kwartaal 2021 uit op 2,3; ruim 8 punten hoger dan een kwartaal eerder. Vorig jaar zorgde de coronacrisis voor een ongekende daling in het ondernemersvertrouwen. Het sentiment herstelde zich grotendeels in de volgende kwartalen, maar was tot het begin van het tweede kwartaal overwegend negatief. De toename in het vertrouwen begin april komt met name door positievere verwachtingen voor de aankomende drie maanden. Het ondernemersvertrouwen is opgebouwd uit zowel oordelen over het recente verleden, als verwachtingen voor de nabije toekomst.
Door de weging van de verschillende bedrijfstakken was het totale ondernemersvertrouwen begin april positief. Het ondernemersvertrouwen nam in bijna alle bedrijfstakken toe, maar was in veel bedrijfstakken nog niet positief. Het meest optimistisch zijn ondernemers in de bouw. Hierna volgt de groothandel (een toename met 12,3 punten). Binnen de autohandel nam het vertrouwen fors toe, al bleven de autohandelaren somber gestemd. De horeca was het somberst gestemd, maar ook hier zijn ondernemers een stuk minder pessimistisch dan voorgaand kwartaal. Dit komt doordat de omzetverwachting van horecaondernemers per saldo verbeterde, evenals de omzetontwikkeling en de ontwikkeling van het economisch klimaat in het afgelopen kwartaal.
In de Conjunctuurenquête is dit kwartaal een extra vraag gesteld over belemmeringen die bedrijven ervaren door de Brexit. Iets meer dan de helft van de ondervraagde ondernemers geeft aan handel te drijven met het Verenigd Koninkrijk. 24% van deze ondernemers ervaart belemmeringen door administratieve lasten, zoals de benodigde certificaten. Ook ruim 15% van de exporteurs geeft aan geconfronteerd te worden met extra kosten door bijvoorbeeld in- en uitvoerheffingen en een bijna even grote groep ervaart problemen vanwege grensformaliteiten. Zo hebben exporteurs sinds de Brexit te maken met de ‘rules of origin’, waarbij het land van oorsprong aan een product dient te worden toegekend om de ‘economische nationaliteit’ te bepalen. Weinig bedrijven ervaren problemen bij de aanschaf van grond- en hulpstoffen of handelsgoederen, of met gewijzigde product- en veiligheidseisen. Bijna 40% van de handelaren met het Verenigd Koninkrijk ervaart helemaal geen belemmeringen door de Brexit.
Het ondernemersvertrouwen geeft de stemming van het Nederlandse niet-financiële bedrijfsleven weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals de omzetontwikkeling. Het ondernemersvertrouwen wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen. De vragen op basis waarvan het ondernemersvertrouwen wordt samengesteld komen uit de Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Deze wordt gehouden onder bedrijven met vijf of meer werkzame personen in het niet-financiële bedrijfsleven. Dat zijn alle bedrijven zonder de banken, de verzekeraars en de pensioenfondsen.
Bron: CBS, EIB KvK, MKB-Nederland VNO-NCW 18-05-2021