Gemeenten moeten TONK invullen
De invulling van de TONK-regeling behoort tot de decentrale beleidsvrijheid van gemeenten. Dit antwoordt minister Koolmees op Kamervragen over het bericht ‘TONK-steun veel minder aangevraagd dan verwacht’.
Begin mei bleek dat er weinig animo is voor de TONK-regeling. De verschillen in uitvoering door gemeenten zijn opvallend. Volgens Koolmees wordt de TONK uitgevoerd binnen het juridisch kader van de bijzondere bijstand. Er moet dan sprake zijn van bijzondere omstandigheden waardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen worden voldaan uit het aanwezige inkomen en vermogen. De gemeente beoordeelt daarvoor de draagkracht van het huishouden. De wijze waarop de gemeente hier invulling aangeeft, behoort tot de decentrale beleidsvrijheid en is niet verbonden aan de criteria die gelden voor de algemene bijstand. Divosa heeft in een handreiking aangegeven hoe naa de draagkracht kan worden gekeken. Koolmees heeft de wens van de Kamer en het kabinet om hier ruimhartig mee om te gaan in een brief aan gemeenten overgebracht.
Wekelijks is er ambtelijk overleg met gemeenten, VNG en Divosa over de voortgang. Het Rijk en de gemeenten werken aan een betere bekendheid van de TONK voor alle doelgroepen. Gemeenten kijken ook zelf hoe zij hun inwoners het beste kunnen ondersteunen en of de lokale TONK uitwerking nog aanpassing behoeft.
Voor de TONK is in totaal € 260 miljoen beschikbaar voor het eerste halfjaar van 2021. De eerste tranche van € 65 miljoen blijft beschikbaar volgens de afgesproken verdeelsleutel. In de tweede tranche wordt het resterende budget van € 195 miljoen over gemeenten verdeeld. Met gemeenten is afgesproken dat nog wordt gekeken naar de verdeelsleutel van deze tranche en dat deze indien mogelijk nog wordt aangepast aan de behoefte.
Bron: Min. SZW 17-05-2021, nr. 2021-0000081758