Gebruik oude fundering scheelt overdrachtsbelasting
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de aankoop van een perceel met daarop de fundering van een verwoeste woning kan kwalificeren als een woning voor de overdrachtsbelasting. In dat geval kan het lage tarief van toepassing zijn. De koper moet de bestaande fundering dan wel gebruiken voor de bouw van een nieuwe woning.
Een man koopt een perceel waarop een woonhuis heeft gestaan. Een brand heeft deze woning verwoest, maar de fundering, schuur en bestrating zijn overgebleven. De levering van het pand vindt plaats op 22 oktober 2018. Op 14 november 2018 verkrijgt de man een omgevingsvergunning om een nieuwe woning te laten bouwen. Deze vergunning heeft hij al vóór de levering aangevraagd. Het is de bedoeling dat men voor de nieuwe woning de bestaande rioolaansluitingen gaat gebruiken. Bij de bouw wordt de oude fundering gebruikt, al vinden enkele kleine aanpassingen plaats. De man meent dat hij voor wat betreft de overdrachtsbelasting een woning in aanbouw heeft gekocht, zodat het lage tarief van toepassing is. De Belastingdienst is het daarmee oneens, maar de rechtbank stelt de man in het gelijk.
De rechter volgt daarbij de volgende redenering. In principe is grond bestemd voor woningbouw geen woning voor de overdrachtsbelasting. Maar een uitzondering geldt als al een fundering is aangebracht. Dan is inderdaad sprake van een nieuwe woning in aanbouw. De rechtbank wijst daarbij op de omstandigheid dat de bestaande fundering echt is gebruikt voor de nieuwe woning. Economisch gezien is er geen wezenlijk verschil tussen het gebruik van een oude of nieuwe fundering. De rechtbank ziet daarom niet in waarom een tariefverschil gerechtvaardigd zou zijn. Dat de man de bouwvergunning pas na de levering heeft ontvangen, is niet van belang. Hij heeft deze vergunning immers vóór de levering aangevraagd. Dat de bouw na de levering is begonnen, is hier evenmin relevant.
Bron: Rb. Den Haag 11-02-2021