Handboek loonheffingen 2024 gepubliceerd
De Belastingdienst heeft het Handboek loonheffingen 2024 gepubliceerd.
Enkele belangrijke wijzigingen ten opzichte van voorgaande edities:
-
In paragraaf 1.1.1 is aan het onderdeel ‘inhouden en betalen van loonheffingen’ de eindheffing toegevoegd;
-
In paragraaf 2.1 is verduidelijkt dat hoofdstuk 2 ook ziet op overname van een deel van een onderneming;
-
In paragraaf 2.2 is verduidelijkt dat de werkgever niet alleen een kopie van een geldig identiteitsbewijs moet bewaren maar dit ook zelf moet maken;
-
In paragraaf 2.5 is verduidelijkt dat naast fusie of overname het verplicht melden ook geldt voor gedeeltelijke overname van een onderneming en bij faillissement.
-
In paragraaf 7.7 is verduidelijkt dat het loon voor de werknemersverzekeringen vaak gelijk is aan het loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen;
-
In paragraaf 7.8.2 is de tekst aangepast omdat per 2024 de zogenoemde ‘terugkeerpremie’ is verhoogd van de halve sectorale premie ZW naar de volledige sectorale premie;
-
In paragraaf 9.3.1 is verduidelijkt dat vanaf 2024 elke werkgever of inhoudingsplichtige de alleenstaandeouderenkorting mag toepassen;
-
In paragraaf 9.3.7 is verduidelijkt dat heel Cyprus onderdeel is van de EU;
-
In paragraaf 10.1.4 is verduidelijkt dat de gage van een artiest of beroepssporter niet meetelt voor het bepalen van de vrije ruimte;
-
In paragraaf 10.1.6 is verduidelijkt wat onder tweede aangifte moet worden verstaan;
-
In paragraaf 18.1 is toegevoegd dat vanaf 2023 de doelmatigheidsmarge voor het gebruikelijk loon is vervallen, maar dat er in 2024 nog sprake kan zijn van een overgangsregeling;
-
In paragraaf 18.1 is bij deeltijdsituaties ‘een evenredig deel van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer’ verwijderd, omdat dit niet in overeenstemming is met de wet;
-
In 18.1 is verwijderd dat een starter in 2023 aan de voorwaarden moet voldoen, omdat de speciale regeling voor start-ups in 2024 niet meer geldt;
-
In paragraaf 19.4.1 is verduidelijkt dat de 30%-regeling alleen van toepassing is op loon dat wordt genoten vóór of op de uiterlijke einddatum die in de beschikking staat;
-
In paragraaf 19.4.3 is verduidelijkt dat jaarlijks een keuze voor toepassing van de 30%-regeling of aftrek van de werkelijke extraterritoriale kosten gemaakt moet worden en die keuze geldt voor een heel jaar;
-
Verduidelijkt is dat bij betaling van extraterritoriale kosten naast toepassing van de 30%-regeling, de betaling van de extraterritoriale kosten loon is;
-
Toegevoegd is een paragraaf 19.8 over de kwalificatie van thuiswerkdagen en wanneer dit tot een vaste inrichting kan leiden;
-
In paragraaf 22.1.2 alinea ‘a Samenloop thuiswerken en reizen naar een vaste plaats van werkzaamheden’ is de tekst verduidelijkt naar aanleiding van een kennisgroepstandpunt. In deze paragraaf wordt uitgelegd wanneer het aantal reisdagen (214) en thuiswerkdagen (218) naar evenredigheid moet toepassen en wanneer de vergoeding naar tijdsgelang moet worden berekend;
-
In paragraaf 22.1.9 is verduidelijkt dat de gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen alleen van toepassing is voor verplichte arbovoorzieningen;
-
In paragraaf 27.1.1 wordt verwezen naar een lopende procedure bij de Hoge Raad over toepassing van loonkostenvoordelen bij overname van een onderneming;
-
In paragraaf 27.2.1 zijn de uurloongrenzen voor het bepalen van loonkostenvoordelen gewijzigd. Tot en met 2023 was een van de voorwaarden voor het recht op het LIV dat het gemiddeld uurloon van een werknemer over een kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon (WML) bedroeg. De bovengrens van 125% van het WML is per 1 januari 2024 verlaagd naar 104% van het WML. Deze verlaging hangt onder meer samen met de wijziging van het WML per 2024.
Bron: Belastingdienst 26-04-2024.