Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

jul 22, 2024

In oktober meer duidelijkheid over rechtsherstel box 3

Belastingplichtigen die mogelijk in aanmerking komen voor rechtsherstel box 3 krijgen vanaf half oktober 2024 een informatiebrief van de Belastingdienst. Hierin krijgen zij uitleg over de vervolgstappen: wat kunnen ze wanneer verwachten en doen.


Staatssecretaris Idsinga informeert de Tweede en Eerste Kamer over de arresten van de Hoge Raad over box 3 en het proces van het rechtsherstel. De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 en 14 juni 2024 in diverse zaken arrest gewezen over de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3. Naar aanleiding van deze arresten moet aanvullend rechtsherstel worden geboden.

Onroerende zaken Een aantal vraagstukken heeft de Hoge Raad niet expliciet beantwoord. De Hoge Raad heeft wel als algemeen uitgangspunt overwogen dat voor het begrip ‘werkelijk rendement’ zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij het rendementsbegrip dat de wetgever bij de vormgeving van het forfaitaire stelsel in box 3 voor ogen had. Een vraag die opkomt, is of het eigen gebruik van onroerende zaken een voordeel oplevert dat tot het werkelijke rendement moet worden gerekend. Voor de eigen woning wordt in box 1 bijvoorbeeld het eigen gebruik belast door middel van het eigenwoningforfait (percentage van de WOZ-waarde). De Hoge Raad heeft in een arrest van 10 juni 2016 over box 3 geoordeeld dat bij een woning voor eigen gebruik de economische huurwaarde van die woning van oudsher tot de belastbare inkomsten uit vermogen wordt gerekend. Uit de wetsgeschiedenis valt op te maken dat de wetgever heeft beoogd om de voordelen van niet-verhuurde onroerende zaken en verhuurde onroerende zaken hetzelfde te belasten. Dit punt wordt nader onderzocht.

Ten aanzien van waardering van woningen – voor de berekening van de positieve of negatieve waardeontwikkeling – heeft de Hoge Raad geoordeeld dat moet worden aangesloten bij de WOZ-waarde. De WOZ-waarde gaat uit van een waardepeildatum. Dit roept de vraag op hoe de waardeontwikkeling moet worden bepaald als de woning gedurende het jaar wordt verkocht of gekocht. Verder wordt onderzocht wat de effecten zijn in buitenlandsituaties en de toepassing van de schuldendrempel. Tot slot wordt in kaart gebracht welke belastingplichtigen in aanmerking komen voor het rechtsherstel.

Planning Nadat de definitie van werkelijk rendement en de doelgroep zijn vastgesteld, kan de Belastingdienst starten met de uitvoering van het (aanvullend) herstel box 3. De belangrijkste onderdelen hiervan zijn: het informeren van de belastingplichtigen binnen de doelgroep, het ontwikkelen van het formulier OWR en het inrichten van processen voor automatische verwerking bij het opleggen van definitieve aanslagen en verminderingsbeschikkingen. Uiteindelijk mondt dit uit in de vaststelling van definitieve aanslagen en verminderingsbeschikkingen waarmee herstel geboden worden. Het vaststellen van de doelgroep en de definitie van werkelijk rendement wordt beoogd voltooid te zijn in augustus 2024. In oktober 2024 worden alle belastingplichtigen geïnformeerd over het vervolgproces. Het formulier OWR wordt volgens planning in juni 2025 beschikbaar gesteld
Vanuit de Belastingdienst zijn al voorbereidingen getroffen voor deze hersteloperatie box 3 met de ontwikkeling van het zogenoemde formulier OWR. Met dit formulier worden de tegenbewijsgegevens door de belastingplichtige op een gestructureerde wijze aangeleverd bij de Belastingdienst. Hierdoor kan vervolgens op een geautomatiseerde wijze rechtsherstel worden geboden. Na het vaststellen van de definitie werkelijk rendement kan het formulier verder worden vormgegeven. Ook wordt nog verder gewerkt aan (complexe) functionaliteiten, bijvoorbeeld voor fiscale partners en voor vergelijking met het forfaitair rendement.

Aangehouden aangiften, bezwaren en verzoeken De doelgroep voor aanvullend herstel moet nader worden bepaald. Bij de Belastingdienst zijn aangiften inkomstensbelasting aangehouden in afwachting van de arresten van de Hoge Raad en de daarop aangepaste definitie van werkelijk rendement. Het betreft circa 300.000 aangiften over het jaar 2021, circa 1,7 miljoen over het jaar 2022 en circa 1,1 miljoen over het jaar 2023. Daarnaast zijn er circa 632.000 bezwaren en verzoeken, waarvan het grootste deel, circa 450.000 verzoeken, valt onder de massaal bezwaar plus-procedure.
De staatssecretaris schrijft ook in zijn brief dat de arresten van de Hoge Raad zorgen voor een grote derving van belastinginkomsten, zowel voor de periode van rechtsherstel als voor de periode van het overbruggingsstelsel. Het gaat om meerdere miljarden.

Bron: MvF, 18-07-2024, nr. 2024-0000372058.