Inkomen uit aanmerkelijk belang en fiscaal partnerschap
Om in de aangifte aan een fiscaal partner een deel van het inkomen uit aanmerkelijk belang te kunnen toerekenen, moet één van de partners vrij over dat vermogen kunnen beschikken en moeten bij beide partners op hetzelfde woonadres zijn ingeschreven in de gemeentelijk basisadministratie.
Aan een vrouw wordt een navorderingsaanslag IB 2009 en een aanslag IB 2010 opgelegd. Beide aanslagen zijn opgelegd met daarin een aanzienlijk belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. De vrouw is het niet eens met de opgelegde aanslagen.
De vraag is of er terecht een bijtelling in verband met inkomen uit aanmerkelijk belang bij de vrouw heeft plaatsgevonden. Haar man heeft in 2003 een stichting opgericht waarin hij in het kader van een vaststellingsovereenkomst aanzienlijke pakketten aandelen heeft ondergebracht. Volgens de inspecteur beschikte de man als ware het zijn eigen vermogen over het vermogen van de stichting. In 2009 en 2010 verkoopt de stichting aandelen. Op grond van de wet moet, volgens de inspecteur, de helft van het vervreemdingsvoordeel bij de vrouw, als fiscaal partner, in aanmerking worden genomen. Hoewel er aanwijzingen zijn dat de man erg betrokken is bij de stichting, is de rechtbank van mening dat de man niet over het vermogen van de stichting kon beschikken als ware het zijn eigen vermogen. Er is geen grond voor bijtelling van inkomen uit aanmerkelijk belang bij de vrouw. De navorderingsaanslag IB 2009 moet worden vernietigd. De aanslag IB 2010 met het inkomen uit aanmerkelijk belang wordt ook verminderd omdat de man volgens de gemeentelijke basisadministratie in 2010 niet meer op hetzelfde woonadres stond ingeschreven als vrouw en dus in dat jaar geen fiscaal partner was. Ook al stond in het registratiesysteem van de Belastingdienst het echtpaar wel op hetzelfde woonadres ingeschreven, inschrijving in de basisadministratie persoonsgegevens is leidend. Die voorwaarde kan niet opzij worden gezet door het maken van een keuze voor fiscaal partnerschap.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-03-2018 (gepubliceerd op 10-07-2018)