Internetconsultatie Wet Meer zekerheid flexwerkers
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een internetconsultatie gestart over de wet Meer zekerheid flexwerkers. In de wet staan strengere regels voor tijdelijke contracten en een versterking van de positie van oproep- en uitzendkrachten.
Oproepcontracten In dit wetsvoorstel worden nulurencontracten afgeschaft. Er komen (vaste en tijdelijke) basiscontracten met een minimumaantal uur waarvoor werkenden worden ingeroosterd en betaald krijgen. Ook wordt er een norm gesteld aan de extra beschikbaarheid. Daardoor is er buiten afgesproken werktijden geen verplichting om te komen werken. Om werkgevers te stimuleren mensen op een basiscontract te laten doorstromen naar een vast contract, is het voornemen om het basiscontract voor onbepaalde tijd onder de lage WW-premie te brengen.
Tijdelijke contracten Het doel van de wet is ook ‘draaideurconstructies’ voorkomen. Na drie jaar of na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever verdient een werknemer een vast contract. Dit is geregeld in de zogenoemde ketenbepaling. Gebeurt dat niet, dan geldt een tussenpoos van vijf jaar waarna een werkgever weer iemand tijdelijk in dienst kan nemen. De termijn van vijf jaar geldt straks ook bij fase A en B bij uitzenden.
Uitzendkrachten Uitzendkrachten en werknemers bij hetzelfde bedrijf moeten ten minste hetzelfde verdienen voor hetzelfde werk en gelijkwaardig worden behandeld. Daarnaast worden de meest onzekere uitzendfasen verkort: fase A gaat van 78 weken naar 52 weken en fase B van zes contracten in vier jaar naar zes contracten in twee jaar. Na deze periode moet de uitzendkracht een vast contract krijgen bij het uitzendbureau.
Uitzonderingen Voor scholieren en studenten met een bijbaan gelden straks andere regels. Zo mogen zij op oproepbasis blijven werken en zo hun werk mee laten veren met bijvoorbeeld toetsweken en vakanties. Verder blijft voor scholieren van 18 jaar en ouder en studenten met een bijbaan straks een korte onderbrekingstermijn van zes maanden gelden. Dit geldt ook voor scholieren en studenten die uitzendwerk doen in zowel Fase A als Fase B.
Ook voor seizoensarbeid blijft een uitzondering gelden. Per cao kan een onderbrekingstermijn van drie maanden worden afgesproken voor functies die maximaal negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend. Denk aan functies die afhankelijk zijn van een seizoen, zoals in de culturele sector of sport. De internetconsultatie staat open tot en met 4 september 2023.
Bron: Ministerie van SZW 10-07-2023.