Minder betrouwbare verklaring
Het tijdsverloop tussen de constatering dat zich in de auto geen parkeerkaartje bevond en het op het parkeerkaartje geprinte tijdstip geven aan dat de ambtsedige verklaring van een parkeercontroleur niet consistent is. De naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt vernietigd.
De bestuurster van een auto probeert met haar pinpas een parkeerkaartje te kopen bij een parkeerautomaat. Omdat de parkeerautomaat weigert en de controleur bij de auto staat, is de bestuurster allereest naar de controleur toegelopen om aan te geven dat zij op zoek was naar een werkende parkeerautomaat. Vervolgens heeft zij bij die andere automaat een kaartje gekocht en deze vervolgens in de auto gelegd.
De parkeercontroleur heeft om 17.26 uur geconstateerd dat er geen kaartje in de auto lag en een naheffingsaanslag opgelegd. Om 17.35 uur heeft de controleur aangegeven dat bestuurster naar haar toe is gekomen om aan te geven dat zij alsnog een parkeerkaartje gaat kopen. Op het parkeerkaartje staat als tijdstip 17.29 uur. Na ongeveer twee maanden heeft de parkeercontroleur een ambtsedige verklaring over de situatie opgemaakt.
Het hof acht de verklaring van de bestuurster dat zij aansluitend aan het parkeren alleen maar bezig is geweest met het kopen van een parkeerkaartje geloofwaardig. De verklaring van de parkeercontroleur is, volgens het hof, niet helemaal consistent. Vooral vanwege de tijd die verstreken is tussen het opleggen van de naheffingsaanslag en het contact met de bestuurster, terwijl het parkeerkaartje drie minuten na het opleggen van de naheffingsaanslag is geprint. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.
Bron: Hof Den Bosch 23-02-2017