Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

mei 19, 2022

Ondanks beschikking over renseignement mag fiscus navorderen

Ook al stuurt een hypotheekverstrekker een renseignement naar de Belastingdienst, dat vormt nog geen garantie dat de inspecteur weet of te veel hypotheekrente is afgetrokken. En dus blijft navordering mogelijk.
Twee echtgenoten zijn ieder voor de helft eigenaar van een eigen woning. Zij stellen hun vorige eigen woning ter beschikking aan een derde. Zowel de oude als huidige eigen woning is gefinancierd met een hypotheek. Bij het opleggen van de definitieve aanslagen IB/PVV over de jaren 2012 tot en met 2014 volgt de fiscus de aangiftes van de echtgenoten. Naderhand vindt een onderzoek plaats naar het aangiftegedrag van de gemachtigde van het echtpaar. De Belastingdienst stelt nadere vragen naar aanleiding van dit onderzoek. Uiteindelijk trekt de inspecteur de conclusie dat de echtgenoten te veel hypotheekrente hebben afgetrokken. Zij krijgen daarom naheffingsaanslagen opgelegd.
De echtgenoten tekenen vervolgens beroep aan tegen de navorderingsaanslagen. Zij stellen dat de Belastingdienst niet beschikt over een nieuw feit. Zij redeneren dat de fiscus moet hebben beschikt over een renseignement van de hypotheekverstrekker. Bij kennisneming met normale zorgvuldigheid van de aangiften had de inspecteur moeten zien dat de in de aangifte afgetrokken rente afwijkt van dit renseignement.
Hof Amsterdam ziet in de beschikking over een renseignement over de betaalde rente echter nog geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de aangifte. Zo is het een mogelijkheid dat de echtgenoten ook rente hebben betaald over een onderhandse lening. Daarom is wel degelijk sprake van een nieuw feit. Vervolgens verwerpt het hof de stelling van de echtgenoten dat met betrekking tot de oude woning de kraakwachtregeling van toepassing is. Zij kunnen deze stelling niet onderbouwen. De omstandigheid dat de ‘huisbewaarder’ al zo’n tweeëneenhalf jaar is ‘verdwenen’, komt voor rekening van de echtgenoten. Het hof verklaart het hoger beroep van het echtpaar daarom ongegrond.
Bron: Hof Amsterdam 01-02-2022 (gepubl. 11-05-2022)