Oproepovereenkomst of niet?
In de praktijk blijkt dat de vraag of sprake is van een oproepovereenkomst of een niet-oproepovereenkomst niet altijd eenduidig is te beantwoorden. Dit blijkt uit antwoorden van Minister van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op Kamervragen.
Uit onderzoek blijkt dat er onduidelijkheid kan bestaan over de precieze scheidslijn
tussen oproepovereenkomsten (hoge WW-premie) en andere arbeidsovereenkomsten (lage
WW-premie). Een belangrijke oorzaak daarvan is dat in de huidige definitie ontbreekt
waar en op welk moment de arbeidsuren moeten zijn vastgelegd. Er zijn twee interpretaties
mogelijk.
-
Tijdens het lopende contract kunnen de arbeidsuren telkens opnieuw worden vastgelegd. Dan kan een tijdelijke of permanente urenuitbreiding aan de definitie van niet-oproepovereenkomst voldoen. De uren zijn immers telkens vastgelegd.
-
Een andere interpretatie van de wet luidt dat het aantal contracturen bij aanvang van de arbeidsovereenkomst vastgelegd moet worden en ongewijzigd moet blijven wil de overeenkomst niet als oproepovereenkomst aangemerkt worden.
Onderzoek De minister heeft onderzocht welke maatregelen getroffen moeten worden om de onduidelijkheid weg te nemen. De voorgenomen wijzigingen zouden echter zeer complex zijn en de gevolgen voor burgers en bedrijven in verhouding tot de risico’s niet proportioneel. Daarom heeft de minister gekozen voor monitoring. In het conceptwetsvoorstel zekerheid flexwerkers, dat ter consultatie is voorgelegd, worden oproepcontracten afgeschaft en vervangen door basiscontracten. Alleen studenten en scholieren met een bijbaan kunnen nog gebruik blijven maken van oproepcontracten. Ook verplicht het wetsvoorstel om de arbeidsomvang in de arbeidsovereenkomst op te nemen. Daardoor is duidelijk waar de arbeidsomvang moet zijn vastgelegd. Werkgevers kunnen de gekozen arbeidsomvang wijzigen na overeenstemming met de werknemer.
Soms lage WW-premie voor contracten met wisselende arbeidsomvang Het is waar dat de lage WW-premie ook kan gelden voor arbeidsovereenkomsten met een wisselende arbeidsomvang en bij een tijdelijke urenuitbreiding. Voorwaarde is dat het een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is en het mag geen oproepovereenkomst zijn. Meestal sluit het toepassen van de lage WW-premie aan bij de geest van de regelgeving. Het aantrekkelijker maken van het vaste contract ten opzichte van het flexibele contract. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarvan het beleidsmatig onwenselijk is dat ze onder de lage WW-premie vallen. Er zijn echter geen signalen vanuit de praktijk dat er oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de regels rondom de WW-premie.
De internetconsultatie Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten (https://www.internetconsultatie.nl/wetverbeteringrechtspositieflexibelearbeidskrachten/b1) sluit op 4 september 2023.
Bron: Min. SZW 25-08-2023.