Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

jul 05, 2018

S&O-verklaring garandeert geen S&O-aftrek

Een ondernemer die een S&O-verklaring heeft aangevraagd en een goedgekeurde urenverantwoording heeft overgelegd aan het RVO, moet er rekening mee houden dat de inspecteur om een meer gedetailleerde urenstaat kan verzoeken. Ontbreekt die, dan kan geen gebruik worden gemaakt van de S&O-aftrek.
Eén van de vennoten in een VOF, die innovatief snoepgoed ontwikkelt en produceert, was het niet eens met de aan haar opgelegde navorderingsaanslag IB 2013. De onderneemster was het niet eens met het weigeren van de S&O-aftrek.
De onderneemster maakt bij de rechtbank met het overleggen van een urenstaat en een agenda aannemelijk dat zij in 2013 ten minste 1.225 uur in de onderneming heeft gewerkt. Zij heeft dan ook recht op de zelfstandigen- en startersaftrek. De onderneemster slaagt er echter niet in om aan te tonen dat zij ten minste 500 uur aan innovatieve werkzaamheden heeft besteed waardoor zij recht heeft op S&O-aftrek. Onderneemster heeft een S&O-verklaring aangevraagd bij de RVO. Daarvoor heeft zij aan die instantie een S&O-urenverantwoording overgelegd die niet is gecorrigeerd. Daarmee staat volgens de rechtbank echter niet vast dat de aan de RVO doorgegeven uren in fiscale zin als S&O-uren zijn aan te merken. De inspecteur mag hier een eigen oordeel over vormen. De door de onderneemster overgelegde specificatie is onvoldoende en vermeldt alleen de in totaal per dag aan S&O-werk bestede uren. Deze bevat geen detailgegevens die zien op de exacte aard van de werkzaamheden. Anders van voor de uren voor het urencriterium is van groot belang dat precies kan worden nagegaan of de feitelijke arbeid kwalificeert als S&O-werk en niet als een andere ondernemersactiviteit. Ook een door de onderneemster aan de inspecteur ter inzage gegeven logboek voldoet niet. In het logboek staat niet expliciet vermeld wie van de vennoten, op welke dag, hoeveel uren aan welke afzonderlijke handelingen heeft besteed. Volgens de rechtbank heeft de onderneemster niet voldoende aannemelijk gemaakt de door haar aangeven uren kwalificeren als S&O-werk dat zij zelf heeft verricht.
Bron: Rb. Noord-Nederland 19-04-2018 (publi. 25-06-2018)