Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

okt 18, 2022

Tickethandel is ROW

Het inkopen van tickets voor meerdaagse sportevenementen is geen speculatie als men de tickets doorgaans met winst verkoopt. Fiscaal gezien zal dan sprake zijn van resultaat uit overige werkzaamheden.


Een man koopt in de jaren 2016, 2017 en 2018 via verschillende websites tickets voor diverse evenementen, met name meerdaagse sportevenementen. Deze tickets biedt hij aan voor de verkoop via een online marktplaats voor tweedehandstickets voor live evenementen. De man geeft de opbrengsten uit deze verkopen niet op in zijn aangiftes inkomstenbelasting. De fiscus vindt dat onterecht. De Belastingdienst laat de man duidelijk weten het resultaat uit de ticketverkopen te zien als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). Maar doordat twee verschillende medewerkers van de Belastingdienst langs elkaar heen werken, blijft de correctie met betrekking tot de ROW achterwege in de eerste navorderingsaanslagen over de desbetreffende periode. Pas in een tweede reeks navorderingsaanslagen zijn deze correcties wel opgenomen. Daarbij krijgt de man ook vergrijpboetes opgelegd. Hij is het daar allemaal niet mee eens en start een beroepsprocedure.
Voor Rechtbank Noord-Nederland beweert de man dat de ticketverkoop een vorm van speculatie is. Zijn activiteiten gaan in ieder geval niet verder dan normaal vermogensbeheer, aldus de man. De rechtbank gaat hierin niet mee. Het is duidelijk dat de man niet lukraak tickets koopt, maar dat hij specifiek tickets zoekt voor met name (meerdaagse) sportevenementen. Op basis van eigen ervaringen weet hij namelijk dat het risico op niet-verkoop van tickets daarbij klein is. Daarnaast geldt voor de handel in tickets voor evenementen in zijn algemeen dat de doorverkoopmarkt voor dergelijke tickets lucratief is, omdat de vraag het aanbod van tickets voor evenementen sterk overstijgt. De prijzen van tweedehandskaarten liggen vele malen hoger dan de prijzen van de oorspronkelijke tickets. De wetgever heeft zelfs overwogen deze handel aan banden te leggen, maar daarvan uiteindelijk afgezien. De tickethandel kwalificeert dan ook als een werkzaamheid.
Daarnaast stelt de man dat de inspecteur hem geen (tweede) navorderingsaanslag mocht opleggen vanwege het ontbreken van een nieuw feit. Ook de rechtbank constateert dat geen sprake is van een nieuw feit. Maar hier is wel sprake van een kenbare fout. De fiscus heeft immers heel duidelijk aangegeven dat een correctie met betrekking tot het ROW was te verwachten. De man heeft toen moeten beseffen dat de navorderingsaanslagen zonder deze correcties een fout bevatten. Ten slotte is de rechtbank het eens met het opleggen van de vergrijpboetes. Aanvankelijk is namelijk te weinig belasting geheven als gevolg van grove schuld van de man. De rechtbank verwerpt zijn stelling dat hij een pleitbaar standpunt heeft.

Bron: Rb. Noord-Nederland 16-09-2022 (gepubl. 07-10-2022)