Transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte
De regeling voor transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte gaat op de schop. Niet dat de werknemer dit zal merken - hij/zij behoudt gewoon recht op de vergoeding - maar de werkgever krijgt een compensatie via het UWV. Dit is een van de voorstellen uit een vorige week ingediend wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De kosten van die compensatie worden volgens het voorstel dan gedragen door alle werkgevers, via de uniforme premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds. De Raad van State heeft kritisch geadviseerd over dit voorstel. De Raad vraagt zich waarom niet is teruggegaan naar de situatie voor de Wet werk en zekerheid: geen vergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte. Nu wordt de oorzaak van het probleem voor werkgevers (cumulatie van de kosten van loondoorbetaling en transitievergoeding) niet aangepakt, maar slechts de kosten verdeeld over alle werkgevers. Ook verwacht de Raad van State hoge uitvoeringskosten.
Een ander voorstel uit het wetsvoorstel is dat geen transitievergoeding hoeft te worden betaald bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, als in de cao een vervangende voorziening is opgenomen. Hier verwacht de Raad van State een toename aan procedures. Want wanneer is sprake van een vervangende voorziening. En wat als een cao niet algemeen verbindend is verklaard? In dat geval zou een werknemer die geen lid is van een vakbond die partij is bij de cao niet gehouden zijn aan die vervangende cao-bepalingen en aanspraak kunnen maken op de wettelijke transitievergoeding.
Bron: TK 2016-2017, 34 699, nrs. 2, 3 en 4