Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

aug 17, 2022

Vast aanspreekpunt is mogelijk de ondernemer

De dga van een bv waarin een onderneming overgaat, is lange tijd het aanspreekpunt geweest van de afnemers van die onderneming. In dat geval is het mogelijk dat de dga voor de inkomsten- en omzetbelasting de ondernemer is.


Een vrouw en een man wonen samen en hebben van ongeveer 1986 tot 2017 een relatie. In 2008 vindt de inschrijving plaats van een eenmanszaak in de registers van de Kamer van Koophandel (KvK). Deze eenmanszaak staat op naam van de vrouw. De werkzaamheden van de eenmanszaak omvatten onderzoek, analyse en productie van biotechnologische producten voor veterinaire doeleinden, land-, en tuinbouw en algemene bio-industrie. De eenmanszaak wordt op 23 juni 2016 uitgeschreven uit het Handelsregister vanwege de opheffing van de onderneming. Op 12 juni 2017 vindt de inschrijving van een bv plaats. Deze bv ontwikkelt en produceert biochemische gebruiksproducten, met name voedingssupplementen, cosmetica en agrarische meststoffen. De man is de dga van de bv.
De fiscus houdt in 2017 een boekenonderzoek bij de vrouw met betrekking tot de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016. Maar de Belastingdienst onderzoekt ook de aangiftes IB/PVV over de jaren 2014 en 2015 van de vrouw en de man. De inspecteur past verschillende correcties toe op de omzet en fiscale winst. Hij concludeert ook dat de man ondernemer is voor de omzet- en inkomstenbelasting. De Belastingdienst verwerkt dit standpunt in de aanslagen IB/PVV van de man. Daarbij krijgt de man verzuim- en vergrijpboetes opgelegd. Bovendien legt de fiscus de man naheffingsaanslagen omzetbelasting op. De man gaat in bezwaar tegen de aanslagen en de boetes. Hij betwist onder andere ondernemer te zijn voor de btw en inkomstenbelasting.
In een beroepsprocedure voor Rechtbank Noord-Nederland neemt de inspecteur het standpunt in dat de man heeft gefungeerd als aanspreekpunt voor de afnemers. Ook tijdens het boekenonderzoek is de man aanpreekpunt voor de fiscus geweest. Daarnaast zijn diverse facturen van een autobedrijf voor werkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsauto gericht aan de man. Daarnaast stelt de inspecteur dat de eenmanszaak is overgegaan in de bv. De ex-partner van de man heeft hem bovendien aangewezen als ondernemer. Ten slotte heeft de man in ieder geval via de bankrekening van zijn dochter kunnen beschikken over het geld van de onderneming alsof het zijn eigen geld was. Omdat de man zijn aangifteplicht heeft verzaakt, moet hij deze beweringen weerleggen (omkering van de bewijslast). Maar de man stelt alleen dat de afgelegde verklaringen summier zijn. Deze stelling is volgens de rechtbank onvoldoende.
Toch heeft de man wel enig succes met zijn beroep. De rechtbank constateert namelijk dat de inspecteur een verzuimboete en een vergrijpboete heeft opgelegd voor het niet doen van aangifte. Het is echter niet toegestaan om voor hetzelfde feit twee boetes op te leggen. De rechtbank vernietigt dan ook de verzuimboetes. Bovendien matigt de rechtbank de vergrijpboetes omdat de redelijke termijn is overschreden.

Bron: Rb. Noord-Nederland 28-07-2022 (gepubl. 08-08-2022)