Bekendmaking via Berichtenbox onvoldoende
De uitnodiging tot het doen van aangifte, de aanmaning daartoe en de aanslag mogen niet uitsluitend langs digitale weg bekend worden gemaakt. Volgens de rechtbank is de aanslag niet op de juiste wijze bekend gemaakt als deze niet per post is ontvangen. De boete wordt vernietigd.
De uitnodiging voor het doen van aangifte IB/PVV 2015 was, ondanks een doorgegeven adreswijziging, verstuurd naar het oude adres van de belastingplichtige. Na het uitblijven van een reactie legde de inspecteur een ambtshalve aanslag op met verzuimboete van € 369. Ook deze aanslag is naar het oude adres van de belastingplichtige verstuurd. De aanslag wordt daarnaast in de Berichtenbox (MijnOverheid) van de belastingplichtige geplaatst. De aanslag blijft onbetaald, zodat de ontvanger een dwangbevel uitvaardigt dat wel naar het nieuwe en juiste adres van de belastingplichtige wordt verstuurd. Het bezwaar van de belastingplichtige tegen het dwangbevel wordt wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Volgens de belastingplichtige is hij pas na ontvangst van het dwangbevel van het bestaan van de aanslag op de hoogte. De uitnodiging noch aanslag heeft hij per post ontvangen. Hij verklaarde verder dat hij de digitale berichtenbox pas na ontvangst van het dwangbevel heeft geactiveerd en nooit kenbaar heeft gemaakt via de berichtenbox bereikbaar te zijn.
Voor Rechtbank Den Haag is het de vraag of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De inspecteur vindt dat, hoewel de aanslag niet naar het juiste adres is gestuurd, de aanslag met het plaatsen in de digitale berichtenbox op de juiste wijze bekend is gemaakt. De rechtbank is het hier niet mee eens. De uitnodiging tot het doen van aangifte, de aanmaning daartoe en de aanslag mogen niet uitsluitend langs digitale weg bekend worden gemaakt. Nu vaststaat dat de per post verzonden aanslag niet naar het juiste adres is verzonden en deze de belastingplichtige niet heeft bereikt, is de aanslag niet op juiste wijze bekend gemaakt. De rechtbank oordeelt dat gelet op de omstandigheden van het geval het bezwaar tegen het dwangbevel moet worden aangemerkt als bezwaar tegen de aanslag. De belastingplichtige heeft nadat hij op de hoogte is geraakt van de aanslag zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs van hem verwacht kon worden bezwaar gemaakt. Het bezwaar is daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank vernietigt de boete.
Bron: Rb Den Haag, 22-08-2018 (gepubl. 07-09-2018)