Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

nov 05, 2015

Geen boekverlies op woning bij overgang naar privé

Uit een arrest van de Hoge Raad uit 2013 volgt dat bij de start van een onderneming vanuit het privévermogen ingebrachte vermogensbestanddelen voor de waarde in het economisch verkeer op de openingsbalans moeten worden gezet. Bij de inbreng van een woning vormt duurzame zelfbewoning een omstandigheid die de waarde kan beïnvloeden. Bij het bepalen van de waarde van de woning moet daarmee rekening worden gehouden.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs een zaak behandeld waarbij de eigen woning op de openingsbalans van de onderneming werd gewaardeerd op de geschatte vrije verkoopwaarde. De ondernemer hield geen rekening met de invloed van zelfbewoning. Jaarlijks schreef de ondernemer € 9.300 af op de woning ten laste van zijn winst. Per 1 januari 2010 bracht de ondernemer zijn onderneming in een BV in. De boekwaarde van de woning was op dat moment € 481.100. Bij de inbreng van de onderneming in de BV ging de woning over naar het privévermogen. Bij deze overgang ging de ondernemer uit van een waardedruk van 35% ten opzichte van de vrije verkoopwaarde vanwege de duurzame zelfbewoning. Dat leidde tot een boekverlies op de woning van € 146.350. De inspecteur meende dat de waardering van de woning op de openingsbalans onjuist was omdat geen rekening was gehouden met de waardedruk van de zelfbewoning. De inspecteur corrigeerde de waardering van de woning met toepassing van de foutenleer. Dat leidde tot een boekwinst van € 31.800 op de woning.

De ondernemer meende dat de foutenleer in zijn geval niet kon worden toegepast omdat destijds geen sprake was van een fout in de zin van de foutenleer. Pas door het arrest van de Hoge Raad zou duidelijk zijn geworden dat de waardering van de woning op de ondernemingsbalans niet juist was. Het hof maakte duidelijk dat het arrest van de Hoge Raad ook geldt voor eerdere jaren. Dat zou alleen anders zijn als de Hoge Raad in eerdere jurisprudentie een andere opvatting had aangehangen die in het arrest van 2013 verlaten is. Volgens het hof mocht de inspecteur de onjuiste balanswaardering met toepassing van de foutenleer in het oudste nog openstaande jaar herstellen.