Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

aug 27, 2025

Geen verlies uit aanmerkelijk belang zonder bewijs waarde per 1 januari 1997

Een man die claimt een verlies uit aanmerkelijk belang te hebben geleden bij liquidatie van een nv, moet de waarde van zijn aandelen per 1 januari 1997 kunnen bewijzen, niet de oorspronkelijke aankoopprijs.


Een man bezat sinds het einde van de jaren negentig een aandelenbelang van 9,72% in een nv. In 2013 ging de nv in liquidatie. De man ontving zijn aandeel in het kapitaal van € 16.110 terug, plus € 7.019 aan agio en een liquidatie-uitkering van € 73.370. Op de laatste twee bedragen werd dividendbelasting ingehouden. In zijn aangifte IB/PVV 2013 verantwoordde de man geen inkomen uit aanmerkelijk belang. Hij verzocht de inspecteur wel om de aanslag ambtshalve te verminderen wegens een verlies uit aanmerkelijk belang. De inspecteur wees dit af. In geschil is of de inspecteur terecht geen verlies uit aanmerkelijk belang in aanmerking heeft genomen.

Waarde per 1 januari 1997 maatgevend Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor het vaststellen van een verlies uit aanmerkelijk belang moet komen vast te staan dat de verkrijgingsprijs van het aandelenpakket hoger is dan de gerealiseerde overdrachtsprijs. De bewijslast hiervoor rust op de man. Het hof stelt vast dat voor aandelen die vóór 1 januari 1997 zijn verworven, niet de historische verkrijgingsprijs relevant is, maar de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1997. Dit vloeit voort uit de ingrijpende wijziging van het aanmerkelijkbelangregime per die datum, waarbij de drempel werd verlaagd van 33,33% naar 5%.

Geen bewijs geleverd De man kan echter niet bewijzen wat de waarde van zijn aandelenpakket per 1 januari 1997 was. Het hof overwoog om de zaak aan te houden zodat de man alsnog bewijs kon leveren, maar de man gaf aan dat dit, mede gelet op het lange tijdsverloop, niet mogelijk zou zijn. Voor aandelen die hij na 1997 heeft bijgekocht, geldt wel de verkrijgingsprijs als maatstaf, maar ook daar kan de man geen bewijs voor leveren. Het hof verklaart het hoger beroep daarom ongegrond.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 12-08-2025 (gepub. 22-08-2025).