Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

aug 22, 2025

Standpunt toepassing artikel 8bd Wet Vpb op verkrijging deelneming bij bijzonder vrijstellingsregime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van artikel 8bd Wet Vpb 1969 op de verkrijging van een deelneming waarop bij de vervreemder een regeling van toepassing is die materieel hetzelfde uitwerkt als een objectieve vrijstelling.


Artikel 8bd Wet Vpb 1969 is een flankerende maatregel die onder meer betrekking heeft op winstuitdelingen in natura. De bepaling heeft tot doel een mismatch weg te nemen die zich in de vermogenssfeer kan voordoen als gevolg van waarderingsverschillen bij de teboekstelling van een vermogensbestanddeel. Een belastingplichtige bezit alle aandelen in buitenlandse dochtervennootschap D. Deze vennootschap is gevestigd in land A. D houdt op haar beurt alle aandelen in buitenlandse kleindochtervennootschap KD. Op enig moment keert D de aandelen in KD uit aan belastingplichtige door middel van een winstuitdeling. Deze winstuitdeling valt onder de deelnemingsvrijstelling. De waarde in het economische verkeer van het aandelenbelang in KD (90) is hoger dan de boekwaarde op de fiscale balans van D in land A (70). De voordelen ad 20 die D behaalt met de vervreemding van KD worden in land A niet belast. Een bijzondere regeling in de wetgeving van land A schrijft voor dat D de vervreemding in de aangifte verwerkt tegen de boekwaarde (70), zodat geen voordeel wordt behaald. De ratio hierachter is dat het vervreemdingsvoordeel toch volledig zou zijn vrijgesteld indien wel gerekend zou worden met de waarde in het economische verkeer. Het verkregen aandelenbelang in KD kwalificeert bij de belastingplichtige als deelneming waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is.

Vraag Is artikel 8bd van de Wet Vpb 1969 van toepassing op de verkrijging van een deelneming waarop bij de vervreemder een regeling van toepassing is die materieel hetzelfde uitwerkt als een objectieve vrijstelling?

Antwoord Nee. Een dergelijke regeling dient voor toepassing van artikel 8bd Wet Vpb 1969 op gelijke wijze te worden behandeld als een objectieve vrijstelling. Als artikel 8bd Wet Vpb 1969 wel van toepassing zou zijn, dient belastingplichtige de als dividend verkregen deelneming op de lagere waarde (de boekwaarde) die in het buitenland in aanmerking is genomen te boek te stellen in plaats van op de waarde in het economische verkeer.

Bron: Belastingdienst.