Maximum aan stijgingspercentages verzekeringspremies
De Geschillencommissie van het KiFiD heeft een maximum gesteld aan het percentage waarmee verzekeringspremies in beginsel mogen stijgen. In het geval van verhogingen boven de 10% dient de verzekeraar een nieuw aanbod te doen dat vervolgens door de verzekerde dient te worden aanvaard.
Een verzekeraar heeft de totale premie van het verzekeringspakket op de vervaldatum van het contract met 20,22% verhoogd. De cliënt legt deze verhoging voor aan de Geschillencommissie van het Kifid. De Geschillencommissie is van oordeel dat een verzekeraar zijn verzekeringsproducten weliswaar per contract vervaldatum mag aanpassen maar dan alleen als het gaat om aanpassingen van een beperkte omvang en financieel belang. Een voorbeeld van een dergelijke aanpassing betreft een premieverhoging voor zover deze hoogstens 10% bedraagt.
De Geschillencommissie stelt dat met de stijging van de totale jaarpremie exclusief assurantiebelasting met 20,22% sprake is van een zodanig ingrijpende wijziging van de overeenkomst dat in feite een nieuwe overeenkomst aan de orde is. Deze overeenkomst kan volgens haar niet stilzwijgend tot stand komen, maar via uitdrukkelijke aanbod en aanvaarding van partijen.
Voor opzegging teneinde verlenging van de verzekeringsovereenkomst te verhinderen dient de verzekeraar op grond van art. 7:940 lid 1 BW een opzegtermijn van twee maanden aan te houden. Doordat de verzekeraar het verzekeringspakket niet tijdig heeft opgezegd, dient het verzekeringspakket naar het oordeel van de Geschillencommissie per prolongatiedatum te worden verlengd tegen dezelfde voorwaarden, inclusief de premie.
De Geschillencommissie komt tot dit oordeel in twee verschillende klachtzaken (tegen Achmea op 2 september en Meeus Groep op 20 september 2016). Deze jurisprudentie is van belang voor de handelwijze van verzekeraars bij premieverhogingen en geeft houvast aan consumenten, die onvoorzien geconfronteerd worden met exorbitante premieverhogingen.
Bron: Kifid 7-10-2016