Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

dec. 21, 2017

Na afloop driejaarstermijn hypotheekrente niet meer in aftrek

Volgens Rechtbank Gelderland komt na afloop van de driejaarstermijn de hypotheekrente van de dan nog te koop staande oude woning niet meer voor aftrek in aanmerking. Dit is niet anders als voor de nieuwe woning uit kostenoverwegingen geen nieuwe lening is afgesloten ter grootte van de hypotheek die op de oude woning rustte.
Een man had zijn woning te koop staan, waarop een hypotheek rustte van € 725.000. Op een gegeven moment verhuisde hij naar een nieuwe woning, waarvan de totale kosten na een verbouwing € 2.200.000 bedroegen. Voor die nieuwe woning sloot hij leningen af voor een bedrag van in totaal € 1.510.000. Na afloop van de driejaarstermijn had de man zijn oude woning nog steeds niet verkocht. De inspecteur weigerde vanaf dat moment de aftrek van hypotheekrente ter zake de lening ten aanzien van de oude woning. De man was hier niet mee akkoord. Hij stelde uit administratieve en kostenoverwegingen ervoor gekozen te hebben om geen nieuwe lening af te sluiten voor de volledige kosten van de nieuwe woning. Zowel de hypotheek op de oude woning als op de nieuwe woning had hij als eigenwoningschuld aangemerkt. Hij had dit ook aan de inspecteur voorgelegd en beroept zich in verband hiermee mede op het vertrouwensbeginsel. Rechtbank Gelderland oordeelt ten aanzien van het beroep op het vertrouwensbeginsel allereerst dat de man de inspecteur niet heeft verzocht om een standpuntbepaling en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel dientengevolge niet kan slagen. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat hoewel materieel de door de man gekozen route niet verschilt van de situatie dat hij zijn eigenwoningschuld op de oude woning had afgelost en een nieuwe financiering van gelijke omvang was aangegaan voor de nieuwe woning, de schuld pas kwalificeerde als eigenwoningschuld als die was aangegaan in verband met de verwerving, verbetering of onderhoud van de eigen woning. Volgens de rechtbank was aan deze eis niet voldaan, omdat de lening zag op de verwerving van de oude woning. Ook als er vanuit zou mogen worden gegaan dat de lening van € 725.000 aan te merken was als een op de nieuwe woning betrekking hebbende eigenwoningschuld, dan nog was volgens de rechtbank aftrek niet mogelijk. Na afloop van de driejaarstermijn was de oude woning namelijk een box III-woning geworden. Als gevolg hiervan ontstond een eigenwoningreserve die in mindering kwam op de totale kosten van aankoop, verbetering en onderhoud van de nieuwe woning. Uitgaande van een waarde in het economische verkeer van de oude woning van € 924.000, berekent de rechtbank dat de maximale eigenwoningschuld in dat geval slechts € 1.311.000 zou hebben bedragen.
Bron: Rb. Gelderland 28-11-2017