Nieuwe maatregelen arbeidsmarkt
De regels rond tijdelijke contracten op de arbeidsmarkt gaan de komende jaren flink veranderen. Dit blijkt uit een brief van minister Van Gennip aan de Tweede Kamer over een pakket van maatregelen voor de arbeidsmarkt.
Met deze brief geeft het kabinet een vervolg aan de hoofdlijnenbrief over de hervorming
van de arbeidsmarkt van juli 2022. De afspraken zijn gemaakt na overleg met vakbonden
en werkgevers.
Op basis van het coalitieakkoord en diverse adviezen worden in de brief de ambities
rondom de hervorming van de arbeidsmarkt op hoofdlijnen uitgewerkt:
-
Werkenden en werkgevenden geven hun arbeidsrelatie binnen de wettelijke kaders vorm op basis van de aard en inrichting van het werk en persoonlijke voorkeuren.
-
Werkenden in flexibele contracten krijgen meer zekerheid.
-
De verplichtingen van kleinere ondernemingen voor langdurig zieken worden teruggedrongen.
-
Bedrijven kunnen bij calamiteiten en crises hun werknemers aan zich blijven binden.
-
Schijnzelfstandigheid wordt verminderd.
-
Een leven lang ontwikkelen en van-werk-naar-werk worden gestimuleerd.
1. Keuze arbeidsrelatie op basis van de aard en inrichting van het werk Het is van belang dat organisaties en werkenden hun onderlinge relatie zo vorm kunnen geven dat persoonlijke voorkeuren voor hoe die arbeidsrelatie er uit moet zien (uiteraard binnen wettelijke grenzen), en de aard en inrichting van het werk leidend kunnen zijn bij de vormgeving daarvan.
2. Meer zekerheid voor werkenden Het kabinet zet een aantal belangrijke stappen om de zekerheid van werkenden te verstevigen:
-
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen
De hoofdlijnenbrief beschrijft dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen komt. Dit biedt een financieel vangnet voor zelfstandigen die arbeidsongeschikt raken. Ook voorkomt het dat risico’s worden afgewenteld op de samenleving.
Het kabinet zal bij de uitwerking van de AOV voor zelfstandigen alle IB-ondernemers (met en zonder personeel) en meewerkend partners onder de kring van verzekerden scharen. De directeur-grootaandeelhouder en diegene die resultaat uit overige werkzaamheden geniet, vallen niet onder de kring van verzekerden. -
Roosterzekerheid en inkomenszekerheid oproepcontracten
Werknemers met een oproepcontract krijgen meer inkomens- en roosterzekerheid. Oproepcontracten, zoals nuluren- en de huidige min- /maxcontracten, schaffen wij af. In plaats daarvan komt er een basiscontract. -
Sneller zekerheid bij uitzendwerk
Uitzendkrachten krijgen sneller, na 52 gewerkte weken, een contract met meer zekerheid bij het uitzendbureau waar via zij werken. De duur van de meest onzekere fasen wordt verkort. Bovendien krijgen zij eerder het recht op een vast contract. -
Tijdelijk werk is tijdelijk
Het is van belang te voorkomen dat structureel werk in permanente tijdelijkheid wordt vervuld. De kabinetsinzet is om draaideurconstructies bij tijdelijk werk te voorkomen om zo het perspectief op een contract voor onbepaalde tijd voor werknemers te vergroten. Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw contract worden gegeven in plaats van na zes maanden. -
Arbeidscommissie
Partijen moeten toegang krijgen tot het (arbeids)recht. Voorgesteld is een arbeidscommissie met laagdrempelige toegang in het leven te roepen voor alle kwetsbare werknemers. -
Inkomensvoorziening oudere werklozen
Het kabinet kiest ervoor de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen met nog één keer vier jaren te verlengen. De arbeidsparticipatie van senioren laat de afgelopen jaren een duidelijke verbetering zien. Tegelijkertijd wordt naarmate de leeftijd stijgt de arbeidsmarktpositie lastiger. Senioren worden niet sneller werkloos dan andere groepen, maar eenmaal werkloos is de weg terug naar werk wel langer en moeizamer. Zestigplussers hebben een grotere kans op langdurige werkloosheid. Hier ligt dus nog een opgave. -
Wendbaarheid binnen vast contract
In premiedifferentiatie WW is voor vaste contracten geregeld dat overwerk tot en met 30 procent van het aantal contracturen mogelijk is onder de lage WW-premie. Indien er gemiddeld over het jaar meer dan 30 procent wordt overgewerkt is de werkgever met terugwerkende kracht de hoge WW-premie verschuldigd. Op deze hoofdregel is een uitzondering opgenomen voor voltijdscontracten. Voor contracten met een gemiddelde arbeidsomvang van minimaal 35 uur per week geldt de zogenaamde 30% herzieningssituatie namelijk niet.
3. Meer wendbaarheid voor ondernemers Eerder duidelijkheid over de re-integratieverplichtingen van kleine en middelgrote werkgevers. Kleine en middelgrote werkgevers kunnen na één jaar ziekte van een medewerker duidelijkheid krijgen over de vraag of ze een medewerker structureel kunnen laten vervangen.
4. Binding van werknemers bij crisis en calamiteiten Er komt een Crisisregeling Personeelsbehoud voor werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt (zoals de coronacrisis). Gedurende maximaal zes maanden kunnen werknemers tijdelijk op een andere plek in het bedrijf aan het werk of tijdelijk minder werken met behoud van hun WW-rechten. Zo behoudt de werknemer een baan en inkomen en kan de werkgever de crisisperiode overbruggen. Daarnaast worden de kosten in de WW-premie voor overwerk beperkt bij grote vaste contracten. Ook het vaste basiscontract gaat onder de lage WW-premie vallen.
5. Voorkomen schijnzelfstandigheid Het kabinet wil de regels rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie verduidelijken,
deze beter opeisbaar te maken en hierop beter te gaan handhaven. De voortgangsbrief
zelfstandigen geeft aan hoe het kabinet de regelgeving rondom de beoordeling van arbeidsrelaties
wil verduidelijken.
Ook werkt het kabinet aan een zogenaamd ‘civielrechtelijk rechtsvermoeden van een
arbeidsovereenkomst’, gekoppeld aan een uurtarief. De tariefgrens hiervan wordt nog
nader bepaald (mogelijk tarief tussen de 30 en 35 euro). Daarmee wordt de positie
van werkenden met een zwakkere onderhandelingspositie versterkt. Zij kunnen gemakkelijker
hun rechten (op basis van een arbeidsovereenkomst) opeisen.
6. Altijd uitzicht op nieuw werk Het kabinet wil aan mensen die geen werk hebben of van baan moeten veranderen, zoveel mogelijk perspectief geven op nieuw werk. Dat vergroot de zekerheid van werknemers én de wendbaarheid van bedrijven. Hiervoor hanteert het kabinet twee pijlers: het stimuleren van leven lang ontwikkelen (LLO), en meer mensen naar werk begeleiden.
Planning Van Gennip wil de benodigde wetgeving rond de zomer in internetconsultatie brengen,
zodat deze in het voorjaar van 2024 aan de Kamer kan worden aangeboden. Het kabinet
wil de
maatregel loondoorbetaling bij ziekte samen met de arbeidsongeschiktheidsverzekering
voor zelfstandigen in één wetsvoorstel aan de Kamer aanbieden. Het is de bedoeling
dat de veranderingen de komende drie à vier jaar worden ingevoerd.
Bron: Min. SZW 03-04-2023