Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

nov. 18, 2019

Omkering bewijslast door onterecht opgevoerde aftrekpost

Wie de vereiste aangifte niet heeft gedaan kan te maken krijgen met omkering van de bewijslast. Volgens Hof Amsterdam kan dit ook het geval zijn als een aftrekpost wordt opgevoerd waarop geen of slechts gedeeltelijk recht bestaat.
Door diverse meldingen komt de Dienst Werk en Inkomen van een gemeente een man op het spoor die zij uiteindelijk verdenken van bijstandsfraude. De bevindingen zijn ook voor de Belastingdienst aanleiding om navorderingsaanslagen op te leggen. Gebleken is dat de man een woning heeft verhuurd, terwijl hij feitelijk in een woning van zijn inmiddels ex-partner heeft gewoond. Die eerste woning heeft hij niet aangegeven in box 3, maar als eigen woning in box 1. Hij heeft daar ook renteaftrek voor gevraagd. Voorts heeft hij nog een woning en een spaarrekening in het buitenland. Dat vermogen heeft hij ook niet in zijn aangiften aangegeven. De inspecteur heeft voor een aantal jaar navorderingsaanslagen met vergrijpboeten van 25% opgelegd.
Bij Hof Amsterdam zijn de navorderingsaanslagen en de boete in geschil. Het hof vindt dat de inspecteur de bewijslast terecht heeft omgedraaid en verzwaard. Op basis van het proces-verbaal van de Dienst Werk en Inkomen en de diverse getuigenverklaringen heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat de man zijn hoofdverblijf niet heeft gehad op het door hem genoemde adres, maar in de woning van zijn toenmalige partner. De man heeft daardoor onterecht de betaalde rente op de eigenwoningschuld in aftrek gebracht. Hierdoor zijn de volgens de aangifte verschuldigde bedragen verhoudingsgewijs aanzienlijk lager dan de werkelijk verschuldigde bedragen aan inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De man moet zich bewust zijn geweest dat de woning geen hoofdverblijf kon zijn en hij dus niet de rente in aftrek kon brengen. Het hof concludeert dat de man niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Hij moet dus overtuigend aantonen dat de navorderingsaanslagen onjuist zijn. Daarin acht het hof hem niet geslaagd.
Bron: Hof Amsterdam 25-6-2019 (publ. 6-11-2019)