Onderhandelingsresultaat Uitgeverijbedrijf
Werkgevers en bonden zijn een onderhandelingsresultaat overeengekomen voor de cao van het Uitgeverijbedrijf. De bonden zullen dit resultaat neutraal aan hun achterban voorleggen.
Overeengekomen is een cao met een looptijd van 1 maart 2017 tot en met 31 mei 2019. Voor de duur van de cao is een loonsverhoging afgesproken van in totaal 3%: 1,5% per 1 november 2017, en 1,5% per 1 juli 2018. Daarnaast krijgen werknemers in december van dit jaar een eenmalige uitkering van € 300 bruto.
Verder is vastgelegd dat het persoonlijk keuzebudget structureel is vastgesteld op 12%. Het persoonlijk keuzebudget is lang een struikelblok geweest bij de onderhandelingen. Dit percentage is opgebouwd uit vakantiegeld, bovenwettelijke vakantiedagen en een inleg van 2% van de werkgevers. Over die 2% was eerder dit jaar onenigheid over de vraag of dat nu structureel is of niet. Met de cao-afspraak is nu vastgelegd dat de 2% werkgeversinleg structureel is.
Verder is vastgelegd dat medewerkers die werkzaam zijn op basis van een payrollconstructie of als uitzendkracht minimaal worden beloond op het salarisniveau van de functie waarvoor de betrokkenen worden ingeleend of in een payroll constructie worden ingezet.
De bonden leggen het onderhandelingsresultaat voor de cao Uitgeverijbedrijf neutraal aan hun achterban voor. Ze zijn tevreden over het vastleggen van het structurele karakter van de 2% PKB die de werkgevers inleggen in het PKB. Ook de loonsverhoging van in totaal 3% wordt positief beoordeeld, maar wel wordt als een nadeel gezien dat de verhoging telkens laat in het jaar valt. Vakbond NVJ geeft aan dat in combinatie met het PKB en een aantal andere afspraken de onderhandelaars hebben gemeend het resultaat toch te kunnen voorleggen. Langer onderhandelen of niet akkoord gaan, had tot geen resultaat en dus geen geld in 2017 geleid. Dat vond men onverantwoord.
Bron: CNV Vakmensen 7-11-2017; NVJ 6-11-2017