Onzakelijk hoge rente op aandeelhoudersleningen leidt tot dividendbelasting
Rechtbank Noord-Holland stelt dat de aandeelhoudersleningen zakelijk zijn, maar dat een rente van 10% op aandeelhoudersleningen voor vastgoedbeleggingen onzakelijk hoog is. De rechtbank stelt dat 4,25% rente zakelijk is en het meerdere als verkapte dividenduitkering wordt belast. De opgelegde vergrijpboetes worden vernietigd omdat niet overtuigend is aangetoond dat sprake is van opzet of grove schuld bij de bv.
Een bv die in commercieel vastgoed belegt heeft van haar buitenlandse aandeelhouders leningen ontvangen tegen 10% rente. De inspecteur stelt dat deze rente onzakelijk hoog is en legt naheffingsaanslagen dividendbelasting op over de jaren 2014-2017. Gelijktijdig worden vergrijpboetes van 50% opgelegd. De bv betoogt dat de rente zakelijk is en verwijst naar een door haar ingeschakelde transfer pricing-deskundige die 10% rente als marktconform beoordeelde. Het geschil betreft de vraag of de overeengekomen rente zakelijk is en of het bovenmatige deel kwalificeert als dividenduitkering.
Aandeelhoudersleningen zijn zakelijk Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de leningen zelf wel zakelijke leningen zijn. De bv was ten tijde van de financiering een solvabele debiteur die belegde in Nederlandse kantoorpanden met gereputeerde huurders en langlopende huurcontracten. Met 40% eigen vermogen en 60% vreemd vermogen was er ruim voldoende capaciteit om rente en aflossing te betalen. Dat geen hypothecaire zekerheid is verstrekt voor de leningen heeft geen nadelig effect op het kredietrisico. De rechtbank volgt daarmee niet het standpunt van de inspecteur dat de leningen als bodemloze put moeten worden aangemerkt.
Rente van 4,25% is zakelijk De rechtbank acht de overeengekomen rente van 10% echter onzakelijk hoog. Op basis van verschillende marktonderzoeken naar vastgoedfinanciering in 2014-2015 concludeert de rechtbank dat senior financiering tegen aanzienlijk lagere rentepercentages beschikbaar was. De verschillende rapporten geven rentepercentages tot maximaal 4,25% weer. De rechtbank oordeelt dat een rente van 4,25% op de leningen nog als zakelijk is te beschouwen en het meerdere als onzakelijke rente moet worden aangemerkt. Het door de bv overgelegde transfer pricing-rapport overtuigt niet, omdat de gekozen benchmark van obligaties van voornamelijk banken niet representatief is voor vastgoedfinanciering.
Verkapte dividenduitkeringen Het deel van de rentebetalingen boven 4,25% kwalificeert als verkapte dividenduitkering. De rechtbank past de dubbele bewustheidseis toe: zowel de bv als haar aandeelhouders moeten zich bewust zijn geweest van de bevoordeling. Door het grote verschil tussen 4,25% en 10% hadden partijen zich volgens de rechtbank bewust moeten zijn van de bevoordeling. Dat een transfer pricing-deskundige 10% rente als zakelijk had beoordeeld doet daar niet aan af. De onttrekkingen hebben plaatsgevonden uit de agioreserve van de bv. De rechtbank vernietigt wel de vergrijpboetes omdat de inspecteur niet overtuigend heeft bewezen dat sprake is van opzet of grove schuld. Transfer pricing-problematiek is complex en de bv had deskundigen ingeschakeld.
Bron: Rb. Noord-Holland 24-12-2024 (gepubl. 25-06-2025).
- Verzuim door bore-out vervijfvoudigd: opvallende stijging sinds 2021
- Belastingrente bij navorderingsaanslagen Zvw vernietigd wegens onduidelijk aangiftebiljet en strijd met evenredigheidsbeginsel
- Gevolgen val kabinet voor Belastingplan 2026
- Rechtbank kent te lage vergoeding immateriële schade toe
- Prejudiciële vragen over wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak massaal bezwaar