Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

jun 20, 2016

Scholingsdeelname op werk: grotere kloof laag- en hoogopgeleiden

De afgelopen tien jaar bleef de scholingsdeelname op het werk van hoger opgeleiden stabiel op circa 64%, maar werkgevers blijken minder te investeren in de ontwikkeling van lager opgeleid personeel, vanwege een verondersteld gebrek aan motivatie en aan potentiële opbrengst.
Uit een brief die minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 6 juni naar de Tweede Kamer stuurde over het onderzoek van Panteia naar werkenden met een lage sociaal economische status, blijkt dat het aantal laagopgeleide werknemers dat zich bijschoolt sinds 2004 gedaald is van 48% naar 37%. Dat is een risico voor henzelf omdat zij gemiddeld genomen vaker onzeker werk hebben en een grotere kans lopen hun baan te verliezen. Het is ook schadelijk voor werkgevers omdat globalisering en technologische ontwikkelingen vragen om werknemers die zich continu kunnen ontwikkelen.
Uit het onderzoek van Panteia blijkt dat werkgevers qua kwaliteitsverbetering en doorgroeimogelijkheden meer verwachten van investeren in de ontwikkeling van hoger opgeleide medewerkers. Werkgevers zijn echter op zich best bereid zijn om te investeren in lager opgeleide werknemers. Ze laten daarbij de daadwerkelijke investering afhangen van het initiatief en de motivatie van de medewerker, naast financiële ruimte en beschikbare informatie. En juist daar zijn laagopgeleide medewerkers onvoldoende assertief in. Ze denken dat ze toch niet voor scholing in aanmerking komen. Of ze hebben negatieve ervaringen met school in het verleden en gebrek aan geloof in eigen kunnen om een opleiding te kunnen afronden, waardoor ze niet veel op hebben met `leren in de schoolbanken`. Uit de inventarisatie van SZW van goede voorbeelden voor leren in samenwerking met 15 sectororganisaties, blijkt dat lager opgeleiden net zo gemotiveerd kunnen raken, wanneer opleidingen gepresenteerd worden als het verbeteren van het vakmanschap en het groeiperspectief en als beter salaris in het vooruitzicht worden gesteld. En wanneer er sprake is van leren op de werkplek.
Minister Asscher stelt daarom via twee aanvraagrondes eind 2016 een bedrag van € 22 miljoen aan ESF-middelen beschikbaar, voor werkgevers en O&O-fondsen die de duurzame inzetbaarheid, waaronder een leercultuur, willen stimuleren.
Bron: TK 2015-2016, 25 883, nr. 274