Navigatie overslaan

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

aug 18, 2016

VAR-wuo terecht herzien in VAR-loon

De VAR is inmiddels verleden tijd, maar procedures rondom de VAR lopen nog. Of er nog een belang was bij de procedure nu een verlenging van de VAR niet meer aan de orde is, was een van de vragen in een procedure voor Rechtbank Gelderland.
De zaak betrof een kraamverzorgster van wie de VAR-wuo was omgezet in een VAR-loon. Zij verrichtte in 2014 werkzaamheden voor 26 kraamzorgvragers. In ongeveer 60% van de gevallen melden de zorgvragers zich bij haar. Zij brengt deze zorgvragers aan bij een toegelaten instelling waarmee zij een overeenkomst heeft. In 40% van de gevallen schrijven de zorgvragers zich rechtstreeks in bij de zorginstelling, waarna deze de kraamverzorgster benadert voor de uitvoering van de werkzaamheden. De kraamverzorgster kan niet rechtstreeks aan de zorgverzekeraar factureren, dit is wettelijk onmogelijk. Factureren aan de zorgvragers is niet gebruikelijk, omdat de gezinnen niet alle kosten van de verzekeraar terugkrijgen in dat geval. De zorginstelling heeft wel een overeenkomst met zorgverzekeraars gesloten op grond waarvan zij kraamzorg in natura verleent. De kraamverzorgster factureert aan die zorginstelling.
De kraamverzorgster heeft automatisch een VAR-wuo voor 2014 ontvangen. De Belastingdienst heeft in oktober 2014 een onderzoek uitgevoerd naar de juistheid van de afgegeven VAR-wuo en deze daarna omgezet in een VAR-loon.
De kraamverzorgster gaat in bezwaar en beroep en wil ook een schadevergoeding vanwege inkomensverlies en de stress die de zaak heeft veroorzaakt.
Volgens de inspecteur was er geen procesbelang meer bij de zaak: het betreffende kalenderjaar is inmiddels geëindigd en ook een verlenging van de VAR is met ingang van 1 mei 2016 niet meer aan de orde. De rechtbank oordeelt echter dat er wel sprake is van een procesbelang. Een indiener van een rechtsmiddel heeft alleen geen procesbelang als het aanwenden van het rechtsmiddel hem niet in een betere positie kan brengen ten aanzien van het bestreden besluit. Ondanks dat het jaar 2014 al is geëindigd, en de verlening tot 1 mei 2016 van de VAR ook voorbij is, heeft de kraamverzorgster belang bij het oordeel over het beroep in verband met de gevraagde schadevergoeding. Daarin was volgens de rechtbank het procesbelang gelegen. Overigens hielp dit de kraamverzorgster niet: volgens de rechtbank was de VAR terecht omgezet in een VAR-loon. Het beroep is ongegrond en zij heeft geen recht op een schadevergoeding.
Bron: Rb. Gelderland 9-08-2016