Verhoging AOW-leeftijd en aanpassing pensioenrichtleeftijd
De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog naar 67 jaar en drie maanden. De verhoging is gevolg van de gestegen levensverwachting volgens de cijfers van CBS. Als gevolg hiervan wordt ook de pensioenrichtleeftijd met ingang van 1 januari 2018 verhoogd.
Tot en met 2021 gaat de AOW-leeftijd ieder jaar in stappen van drie maanden en na 2018 versneld in stappen van vier maanden omhoog. Na 2022 wordt de verhoging gekoppeld aan de resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in het jaar van verhoging . Deze verhoging wordt jaarlijks vastgesteld volgens de volgende formule: V = (L – 18,26) – (P – 65), waarin V staat voor verhoging van de AOW-leeftijd, L geraamde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in het kalenderjaar van verhoging (cijfers CBS), P pensioengerechtigde leeftijd in het kalenderjaar daarvoor. Indien V minder is dan 0,25 vindt er geen verhoging plaats (ook geen verlaging indien V negatief). Indien V 0,25 of meer bedraagt, wordt deze verhoging gesteld op drie maanden. De verhoging van de AOW-leeftijd treedt vijf jaar na de uiterste datum van vaststelling in werking. De ramingen van de macro gemiddelde resterende levensverwachting worden uitgevoerd en bekendgemaakt door het CBS. Op basis van de vandaag bekend geworden cijfers van CBS gaat de AOW leeftijd in 2022 nu met drie maanden omhoog naar 67 jaar en drie maanden. Het CBS raamt de resterende macro gemiddelde levensverwachting in 2022 op 20,63 jaar (V=0,37 volgens bovengenoemde formule, dus een verhoging in 2022 met drie maanden).
In verband met die nieuwe raming van de macro gemiddelde levensverwachting gaat ook de pensioenrichtleeftijd met ingang van 1 januari 2018 omhoog van 67 naar 68 jaar. Hierbij wordt eveneens de formule V = (L – 18,26) – (P – 65) gehanteerd, waarbij P echter staat voor de pensioenrichtleeftijd in het jaar voor verhoging en L staat voor de geraamde macro gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in het kalenderjaar dat is gelegen tien jaar na het kalenderjaar van wijziging. Indien V voor afronding 1 of meer is vindt er een verhoging van de pensioenrichtleeftijd met een jaar plaats. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2028 is door het CBS geraamd op 21,31 jaar (V=1,05). De verhoging van de pensioenrichtleeftijd gaat in per 1 januari 2018 en heeft geen invloed op de fiscale pensioenopbouw voor die datum.
Bron: Min SZW 31-10-2016; MvF 31-10-2016