Vrije keus bedrijfsarts bij second opinion zal afhangen van contracten
De nieuwe Arbowet, die op 1 juli in werking treedt, geeft werknemer het recht om een second opinion in te winnen als het oordeel van hun bedrijfsarts daar aanleiding toe geeft. Hoeveel vrijheid werknemers bij hun keuze hebben, zal afhangen van de contracten die bedrijven hierover afsluiten.
Het onderwerp wordt geregeld in een nieuw Arbeidsomstandighedenbesluit. Dat zou op 1 juli in werking moeten treden, net als de nieuwe wet zelf. Het ontwerp voor het besluit ligt nog bij de Raad van State, maar veel valt al op te maken uit het document dat minister Asscher na een internetconsultatie hierover heeft opgesteld. Daarin staat dat werknemers onder de nieuwe Arbowet het recht hebben "om zelf de second opinion bedrijfsarts te kiezen indien het contract meerdere bedrijfsartsen of arbodiensten bevat". Dat is een inperking, maar wel een inperking waar ondernemingsraden zelf invloed op hebben, namelijk bij het uitoefenen van hun instemmingsrecht over zo'n contract. De inperking is alleen aangebracht omdat de minister werkgevers niet wil verplichten tot het betalen van kosten "van iedere door de werknemer aan te dragen bedrijfsarts." Werknemers die een arts willen inschakelen waar hun bedrijf geen contract mee heeft, kunnen dat doen, maar op eigen kosten.
De vereniging van bedrijfsartsen NVAB en de koepel van arbodiensten OVAL willen dat werknemers voor het inwinnen van een second opinion moeten kiezen uit een pool van gespecialiseerde bedrijfsartsen. Asscher kan zich voorstellen dat het zaken eenvoudiger maakt. Wel vindt hij dat zo'n pool het best kan worden opgericht in samenspraak met sociale partners.
Bron: Inzicht in de OR, 11-05-2017