Tijdige aanvraag van groot belang voor voorschot NOW
Als iemand door zijn eigen schuld te laat is met zijn loonaangifte of NOW 1.0-aanvraag, heeft hij geen recht op tegemoetkomingen op grond van de NOW 1.0.
Een bv heeft op 7 april 2020 bij het UWV een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de loonkosten op grond van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) 1.0. Het UWV wijst deze aanvraag af. De reden is dat over de tijdvakken januari 2020 en november 2019 geen loongegevens bekend zijn. De bv gaat vervolgens in beroep. Tijdens de beroepsprocedure neemt het UWV een nieuw besluit vanwege een wijziging van de NOW 1.0. Daardoor heeft de bv mogelijk recht op een loonkostensubsidie, maar nog steeds geen recht op een voorschot. Daarvoor moest zij namelijk uiterlijk 15 maart 2020 haar loonaangifte over januari 2020 hebben ingediend. Aangezien zij te laat haar loonheffingennummer had aangevraagd, is dat niet gebeurd. Maar dat is niet de schuld van de Belastingdienst en komt dus voor rekening van de bv, aldus Rechtbank Midden-Nederland.
Een andere zaak betreft bv die een restaurant exploiteert. Deze bv vraagt op 11 december 2020 een NOW 1.0-tegemoetkoming aan. Eigenlijk heeft zij de aanvraag te laat ingediend, maar de bv beweerde dat zij haar aanvraag niet tijdig heeft kunnen afronden. Haar motivering is dat haar omzet over de referentieperiode € 0 bedraagt. Vervolgens heeft zij op 9 april 2020 schriftelijk contact gezocht met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het standpunt van de bv is dat zij met de brief van 9 april 2020 tijdig een aanvraag heeft ingediend.
Rechtbank Den Haag denkt daar anders over. Men kan immers een aanvraag voor de NOW 1.0 alleen indienen via het daarvoor ontworpen formulier. Het UWV stelt zo’n formulier via zijn website beschikbaar. Daarom telt de brief aan het ministerie niet als een ingediende aanvraag. Overigens meent de rechtbank dat zelfs bij een tijdige aanvraag de bv geen recht zou hebben op NOW 1.0 omdat geen sprake is van omzet in de referentieperiode.
Bron: Rb. Midden-Nederland 14-01-2021 en Rb. Den Haag 22-10-2021